De jongste Porsche 911-generatie - die naar de interne benaming 992 luistert - krijgt een facelift. Het model werd eind 2018 voorgesteld op het Autosalon van Los Angeles. Het was dus hoog tijd voor een opfrisser.
Uiterlijk onder handen genomen
Voortaan zijn alle lichtfuncties in de ronde koplampunits geïntegreerd (geen extra lichtjes meer in de bumpers), terwijl er achteraan wordt ingezet op een lichtbalk die de breedte van de auto nog meer in de verf zet. Het Porsche-lettering is nu helemaal in de lichtbalk geïntegreerd.
Valt ook op aan de nieuwe voorbumpers: Porsche vindt het net als bijvoorbeeld Audi te veel moeite om technische componenten te verstoppen. Radar en belangrijke sensoren: het zit allemaal gewoon in het zicht. Als het een Chinees budgetautootje zou zijn, dan hadden we er meer van verwacht. En voor wie zich daar niet aan ergert deze bemerking: één welgemikte trap van een voorbijganger en je hebt voor duizenden euro’s kosten.
Centrale toerenteller is niet belangrijk
Aan de binnenkant bevestigt de 992.2 eigenlijk dat zelfs bij een icoon als de 911 originele keuzes niet meer aan de orde zijn. De centrale toerenteller waar tot op heden aan werd vastgehouden, verdwijnt in het digitale 12,3 inch gebogen scherm. En als je liever hebt dat je Porsche een dashboardlayout volgt van een ordinaire auto - zonder centrale toerenteller - dan kan dat nu ook. Gewoon op een paar knopjes duwen. De tijd dat de 911 nog een ‘karakterbak’ was, lijkt stilaan voorbij. Het tijdperk dat je er uitzonderlijke materialen in terugvond, werd eerder al afgesloten. Porsches die honderdduizenden kilometers aflegden zonder dat daar binnenin veel van zag, maken ze in Stuttgart al een tijdje niet meer.
Instapversie naar 100 in minder dan vier seconden, tenminste…
“Als het een Chinees budgetautootje zou zijn, dan hadden we er meer van verwacht”Sneller is de 911 doorheen de jaren wel geworden. De update brengt andermaal extra vermogen. Zelfs bij de instapper, dankzij aanpassingen aan de drukvoeding. Ze halen nu 100km/u in 4,1 seconden. Dat was wel eens nodig, want een basis-911 liet zich afdrogen door pakweg een Alpine A110 GT die ongeveer de helft kostte. Nu rij je er tenminste één tiende van weg. Betaal je extra voor het Porsche-Chrono-pakket dat je helemaal geen extra vermogen oplevert, maar de auto wel nog eens twee tienden vlotter maakt (om te onderlijnen dat Porsche dat blijkbaar gewoon regelt met een paar - voor de klant erg dure - regeltjes software), dan duik je met een instap-911 voor het eerst onder de grens van 4 tellen.
Porsche 911 GTS is hybride
Dé grote nieuwigheid is natuurlijk dat de Carrera GTS nu een hybride is. Die heeft een 1,9kWh accu aan boord met 400V-technologie. Die zit vooraan, waar de 12V-batterij vroeger leefde. In de automatische versnellingsbak met dubbele koppeling werd een elektromotor ingewerkt en tenslotte hangt over de achterwielen nog een nieuwe 3,6l zescilinder boxermotor (hetzelfde blok als z’n voorganger, maar met een grotere boring en slag). Die heeft maar één turbo, maar het is wel een elektrisch aangedreven exemplaar. Dat hoeft dus niet op uitlaatgassen te wachten opm op toeren te komen. Het resultaat: 541pk - zo’n zestig meer dan voorheen. De hybride gaat ermee naar 100km/u in precies drie seconden en de lucht wordt ‘m pas te dik bij 312km/u.
Een hybride, daar moet je wat speciaals van proberen maken. Die doet dus nog drukker met z’n vormgeving en heeft een voorbumper met een reeks verticale lamellen. Achteraan heeft die GTS een bumper met ‘diffuseruiterlijk’. Niet te verwarren met… een diffuser. Het ding doet maar alsof. Maar er komen ongetwijfeld nog 911-versies waarop de diffuser echt iets doet.
Dertien verschillende versies
Porsche maakt van de 911 meer versies dan je voorgerechten op de menukaart van een Chinees restaurant vindt. Een Carrera, Cabrio, S, Turbo, GTS… voorlopig zijn het er al dertien. De instapversie begint nu bij 135.660 euro. Voor de hybride moet je minstens 182.710 euro uittrekken.