Autoverhuurgigant Hertz heeft een kater. Die is het resultaat van het aankopen van elektrische auto’s. Een keuze die nu ook de kop van de topman kost.
Wat is het probleem?
Autoverhuurder Hertz wilde elektrificeren. In Europa moét het dat trouwens doen, want ook daar legt de overheid doelstellingen op. Het kocht daarvoor eerder al eens 100.000 Tesla’s aan. En wat later kondigde het een overeenkomst aan voor de aankoop van een gelijkaardig aantal elektrische auto’s van Polestar. Maar inmiddels leverden die elektrische auto’s het bedrijf een flinke kater op. Omdat de klanten niet storm lopen voor het huren van een elektrische auto, maar vooral: omdat de restwaarde van de EV’s veel lager was dan verwacht - een probleem dat trouwens alle bezitters plaagt. Forse prijsverlagingen liggen daarvoor aan de basis. Bovendien blijken ook herstelkosten veel hoger dan verwacht en duren herstellingen ook langer
Restwaarde elektrische auto's véél lager dan ingeschat
Resultaat? Hertz maakt massaal verlies op de elektrische auto’s. Het moest z’n Tesla’s kwijt en had geen andere keuze dan die verliezen te boeken. Het was geleden van het uitbreken van de coronapandemie dat het bedrijf nog eens zoveel geld verloor. Van de geplande aankoop van Polestars komt momenteel niet veel in huis.
De affaire kost nu ook topman Stephen Scherr, pas in functie sinds 2022, z’n job. De man geloofde de EV-gospel te blindelings. Z’n vervanger is al aangeduid. Die zal in géén geval gretig investeren in elektrische auto’s.
Het Hertz-verhaal houdt ook een duidelijke waarschuwing in voor andere bedrijven die op korte of lange termijn auto’s verhuren of -leasen. Die kijken immers allemaal aan tegen grote potentiële verliezen. Die riskeren zo groot te zijn dat sommige Europese leasingbedrijven al met succes met automerken onderhandelden over terugkooppremies voor hun verlieslatende elektrische auto’s. Een piste die voor de particuliere koper niet beschikbaar is. Die blijft met de rekening zitten.