Cabrio’s zijn al een tijdje uit de mode. Na een heuse cabriohype rond de eeuwwisseling, waarbij ook het stalen klapdak hoorde, is hun populariteit tanende. Niet verwonderlijk, want ook de modellen waarop ze gebaseerd werden, moesten aan populariteit inboeten. Dat waren in regel traditionele berlines en hatchbacks. De cross-over ging met de klanten lopen. Het duurder daarom niet lang eer een automerk op het idee kwam om een cross-over en een cabrio met elkaar te kruisen.
Hoe vaak stoot je dezelfde steen?
De eerste serieuze poging kwam van Nissan, met een dakloze Mureno. De CrossCabriolet. Dat model flopte spectaculair en verdween al na korte tijd uit de catalogus. Vervolgens liep Land Rover in de val. Dat dacht dat de hippe Evoque wel het juiste cliënteel aansprak om een versie met stoffen vouwdak succesvol te kunnen maken. Dat bleek niet waar - het model verdween weer. In 2020 was het de beurt aan Volkswagen. Dat maakte al meer dan een 70 jaar succesvolle cabrio’s - van de Kever, over de Golf, tot zelfs een Eos. De kleine crossover T-Roc, gebaseerd op het MQB-onderstel, kreeg die uit het dak kon gaan. Maar - je raadt het al - ook dit model flopt. Crossover cabrio’s zien er nu eenmaal wat raar uit.
Eén traditionele cabrio verkoopt wel vlot
Van de dakloze T-Roc werden vorig jaar tussen januari en november 11.693 exemplaren verkocht. De auto is met die aantallen wel Europa’s tweede populairste cabrio, maar dat illustreert eigenlijk vooral hoe weinig cabrio’s er nog verkocht worden. Eigenlijk is er maar één model dat wel vlot over de toonbank gaat. Geen crossover of SUV, maar de Mini cabrio. Een cabrio volgens traditioneel recept. Tijdens de eerste 11 maanden van vorig jaar werden er daar 191.000 van verkocht.
Omdat de T-Roc cabrio de commerciële verwachtingen niet inlost, krijgt die variant alleszins geen opvolger meer.