De Europese beslissing om vanaf 2035 de verkoop van brandstofmotoren te verbieden, blijft beroeren. Nu is het de Italiaanse Minister van Transport, Matteo Salvini, die een knuppel in het hoenderhok keilt. De man heeft geen goed woord over voor de controversiële beslissing. De man zegt dat die verplichting “economisch, klimatologisch en sociaal onzinnig is”. Op een moment dat stroom historisch duur is en Europa aankijkt tegen tekorten, resoneert die uitspraak bij velen.
Klimaatfundamentalisme
Salvini gooit het graag over de economische boeg. Hij zegt dat de verplichte omschakeling naar elektrisch rijden ‘vele tienduizenden jobs’ zal kosten, zonder duidelijke baten voor milieu of klimaat. “Klimaatfundamentalisme” noemt hij het. Salvini staat bekend om z’n anti-Europese houding.
Eén en ander wordt overigens wel bevestigd door cijfers van de EU zelf. Volgens de Europese Commissaris voor de Interne Markt, Thierry Breton, zal de omschakeling naar een elektrische auto in het totaal zo’n zeshonderdduizend banen kosten. En Breton had nog meer bezorgdheden: zo riep hij ook op dat er meer onderzoek nodig is om de milieu-impact van de bouw van elektrische auto’s in kaart te brengen. Vooral voor wat het delven en verwerken van mineralen betreft. De opmerkingen van Breton laten doorschemeren dat de Europese Commissie de omschakeling naar elektrisch rijden heeft gedaan zonder te weten of dat wel écht beter is. Breton wijst tenslotte ook nog op de problemen bij de stroomproductie. Cijfers die binnen de EU circuleren geven aan dat Europa met de omschakeling naar elektrisch rijden op korte termijn een kwart meer stroom zou nodig hebben. Bovendien moet die stroom op CO2-arme wijze opgewekt worden, anders is het een maat voor niks.
Doof voor kritiek
De verschillende lidstaten blijven grotendeels doof voor de kritiek, maar in het besluit werd wel een noodprovisie opgenomen. Al in 2026 zou de EU de beslissing om de verkoop van verbrandingsmotoren te verbieden in 2035 voor een eerste keer evalueren.
Al voor de beslissing werd genomen waren er al enkele landen die voor uitstel pleitten. Er kwam toen al tegengas van Italië, Bulgarije, Portugal, Roemenië en Slowakije.