De SUV van Ferrari, de nieuwe opvallende Purosangue, is zo populair dat het merk geen bestellingen meer wil accepteren. SUVs van sportwagenmerken lijken eigenlijk altijd wel succesvol te worden. Daarom verkopen ook zoveel sportwerken hun ziel aan de duivel van de grotere massa en het hogere zwaartepunt.
Nog niet in productie, wel uitverkocht
Ferrari stelde de Purosangue eerder dit jaar voor. Maar het model is nog niet in productie. Dat wil dus ook zeggen dat niemand er al mee kon rijden. Maar dat weerhoudt potentiële klanten er niet van om te gaan zagen bij hun verdeler. De Italianen wilden nochtans niet dat de nieuwe terreinpony de stamboom van de rest van de racepaarden in de stal te veel zou aanlengen. Daarom: slechts één nieuwe Ferrari op vijf zou zo’n sufferd zijn. Aangedreven door een enorme 6,5l V12 zonder turbo’s. De komende jaren zullen er telkens niet meer dan 3000 van de band rollen, op een totale jaarproductie van 15.000 Ferrari’s.
De Purosangue is een (peper-)dure vogel. Hij kost ongeveer dubbel zoveel als een Lamborghini Urus. En toch is de productie ervan voor de komende twee jaar al uitverkocht. Bij Ferrari nemen ze daarom voorlopig geen orders meer aan.
Bestaan sportwagenmerken nog wel?
De gevolgen van SUVs bij sportwagenmerken zijn netjes uit de cijfers bij Lamborghini te distilleren. Dat merk bouwde vorig jaar 8504 auto’s. 5021 daarvan waren SUVs, wat er de facto een SUV-merk van maakt. Op ons Oude Continent loopt het wat minder storm voor dergelijke karikaturale creaties, maar elders ter wereld slepen ze die historische ballast niet per sé met zich mee. Dat merk je er ook aan de merkcommunicatie. In Amerika en Azië noemt Porsche zich bijvoorbeeld een ‘sporty-SUV-brand’. Over een lange geschiedenis met sportwagens, wordt daar geen tamtam gemaakt.
Die hoogpoters van sportwagenmerken zijn inmiddels eigenlijk gemeengoed. Niet alleen Ferrari, Lamborghini en Porsche hebben ze je vindt ze bijvoorbeeld ook bij Aston Martin en Lotus. Bijna iedereen ging overstag.