Polestar is de Zweeds-Chinese dochteronderneming van Volvo en Geely die zich momenteel vooral profileert met de Polestar 2 - een elektrische sedan. Die werd eigenlijk net als de plug-in hybride Polestar 1 uit het gamma van Volvo gestroopt. Maar er zitten modellen met een meer eigen identiteit in de pijplijn. Twee specifieke: de Polestar 3, wat een grote en dure SUV is die volgend jaar op de markt komt en de Polestar 4 die toegankelijker moet zijn en in 2024 verwacht wordt.
Polestar wil verder groeien
Dit jaar denkt Polestar zo’n 50.000 nieuwe auto’s te leveren. En het wil de komende twee jaar verder groeien. Tegen het midden van het decennium hoopt het zelfverklaarde hippe merk bijna 300.000 auto’s te verkopen. Van de Polestar 3 wil het in 2023 24.000 stuks aan de man brengen, in 2024 moeten dat er 67.000 zijn en in 2025 wordt al gemikt op 77.000 stuks. Meer dan van de huidige goedkopere Polestar 2, inderdaad. Voor de 4 zijn de ambities nog hoger: meteen 43.000 stuks in lanceerjaar 2024 en al 79.000 in 2025.
Winst is nog lang niet aan de orde
Om al die plannen, die je trouwens met een korrel zout moet nemen, waar te maken heeft Polestar nog een berg geld nodig. Die krijgt het nu van Volvo en grootaandeelhouder PSD Investment, die elk een lening van 800 miljoen aan het nog jonge merk geven. Met de nieuwe modellen wil Polestar een gooi doen naar winstgevendheid, want dat is momenteel nog niet aan de orde. Tijdens het derde kwartaal werd nog altijd zo’n 190 miljoen euro verlies geboekt.