Tankstations die meer dan drie verschillende types brandstof aanbieden, zijn sinds april van dit jaar verplicht om een prijsvergelijking voor de verschillende types brandstof en elektriciteit te afficheren. Die prijsvergelijking wordt opgelegd door de FOD Economie in uitvoering van een Europese richtlijn en heeft erg veel weg van een flagrante propaganda-actie. Ze is inherent onjuist - waarover straks meer. Maar nu is er zelfs meer aan de hand.
De doelstelling van de verplichte prijsvergelijking lijkt nobel: de consument een duidelijke indicatie geven van de kost per 100km. Daartoe neemt de FOD Economie een gemiddeld verbruikscijfer voor een gezinswagen en kijkt het naar de prijs van de verschillende energiesoorten. Voor de prijs wordt het gemiddelde van het vorige kwartaal gebruikt. Uit de vergelijking komt elektrisch rijden steevast als de goedkoopste optie naar voren - wat ook de bedoeling was. De maatregel werd immers genomen in het kader van de energietransitie.
Volgens de recentste prijsaanduiding zou elektrisch rijden ongeveer de helft goedkoper zijn dan rijden op benzine. Gemiddeld 5,8 euro per 100km, tegenover 12,1 euro per 100km. Alleen: het afgelopen kwartaal stegen de elektriciteitsprijzen drastisch. Die prijsstijging is zo groot dat elektrisch rijden volgens verschillende berekeningen zelfs duurder kan zijn dan rijden op benzine en diesel. De cijfers die nu verplicht bij tankstations moeten uithangen, tonen dat op geen enkele wijze. Volgens brandstoffederatie BRAFCO is er sprake van onomwonden consumentenbedrog.
Wat is er aan de hand?
De berekeningsmethode is hoe dan ook al vatbaar voor serieuze kritiek. Zo blijft Europa zich voor verbruikscijfers van elektrische auto’s baseren op WLTP-cijfers. Toch is inmiddels uit verschillende testen gebleken dat die cyclus geen realistisch cijfer oplevert. In eigen land becijferde VAB reeds dat de gemiddelde afwijking voor auto’s op fossiele brandstof na ingrijpende aanpassingen aan de testmethode nog gemiddeld 8% bedraagt terwijl dat de gemiddelde afwijking voor elektrische wagens flirt met 30%.
Maar dat structurele voordeel verklaart de eigenaardige cijfers van vandaag niet. Er is meer aan de hand. Het heeft er alle schijn van dat de FOD Economie de recente prijsstijgingen van elektriciteit eenvoudigweg negeerde. De brandstoffederatie reageert verbolgen. “Georganiseerd consumentenbedrog”. De organisatie wijst overigens op nog wel meer onvolmaaktheden in de berekeningswijze. Zo gebruikt de FOD Economie de maximumprijzen voor fossiele brandstoffen, terwijl het zich voor de kost van elektrisch rijden baseert op het gunstige thuistarief. Snelladen kan volgens BRAFCO tot wel vier keer duurder zijn. In elk geval is duidelijk dat de cijfers die worden uitgehangen op z’n zachtst gezegd bedenkelijk zijn.