Wie een plug-in hybride of elektrische auto oplaadt, betaalt steevast voor meer stroom dan er in de auto terechtkomt. Een feit dat lang niet bij alle (potentiële) EV-klanten bekend is. Vaak wordt dat stroomverlies door de autosector geminimaliseerd. Uit een nieuwe studie van de Duitse mobiliteitsorganisatie ADAC blijkt echter dat de verliezen hoog kunnen oplopen. Tot zelfs 30 procent. In tijden van historisch hoge elektriciteitsprijzen geen goed nieuws.
Een wallbox is eigenlijk een must
Bij een standaardlader, die gebruik maakt van een gewoon stopcontact, is de laadtijd voor een elektrische auto aanzienlijk. Bijladen aan slechts 5km rijbereik per uur is niet uitzonderlijk. Maar met die standaardlader - die de bijnaam Granny Charger kreeg - is er nog een groter probleem. Er is veel meer stroomverlies. Bij een Renault Zoe was dat 24,2% wanneer je laadt aan 2,3kW. Bij een wallbox van 11kW ging dat omlaag naar 9,7%. Een gelijkaardig fenomeen stelde zich bijvoorbeeld ook bij de Tesla Model 3, die wel algeheel een pak efficiënter laadt: 11,4% bij 3,5kW en 7,7% bij 11kW. Adac raadt in elk geval een wallbox aan.
Hoe gaat er stroom verloren?
De organisatie identificeerde verschillende manieren waarop stroom verloren gaat. Aan de kabel van een standaardlader gaat al zo’n 4% verloren. Bij een wallbox is dat amper een procentje. De boordlader verkwanselt 5 à 10% en de 12V-systemen aan boord gaan lopen met nog eens 5 tot 15%. Stroomverlies wordt hoofdzakelijk omgezet in warmte.