De jongste jaren vielen traditionele sportwagenmerken als een blok voor de SUV. Of voor de crossover, afhankelijk van hoe streng je definities wil toepassen. Porsche was de pionier, maar uiteindelijk volgden ook Lamborghini, Lotus en Aston Martin. En nu ook Ferrari, al willen de marketingjongens daar de vieze woorden voor die segmenten niet horen. “Een sportwagen met ruimte” is wat ze ervoor verzonnen hebben.
De jacht op meer volume
Aan de reden voor de opmars van de SUV moet je niet twijfelen: volume en dus (uiteindelijk) centen. Porsche bouwt al meer dan een decennium meer SUVs dan lage modellen en toen Lamborghini met z’n Urus op de markt kwam, zette die ook meteen alle andere modellen van merk in de schaduw. Er wordt bij beide merken grondig geteerd op het sportwagen-imago maar wie naar de cijfertjes kijkt weet: eigenlijk zijn het SUV-merken geworden. Ferrari zal niet veel onderdoen. Het Noord-Italiaanse merk bouwt minder wagens dan deze twee voorbeelden, maar het zal er nu wel jaarlijks 3.000 stuks van deze nieuwe Purosangue bijdoen. Hoogpotige Porsches zijn zelfs in Europa gemeengoed, maar de andere exotische merken gaan de opgeblazen modellen vooral buiten Europa het vlotst van de hand. Het is blijkbaar makkelijk bij een publiek dat niet al teveel pap van de autogeschiedenis gegeten heeft.
In 3,3 tellen naar 100
Uiteindelijk torent de Purosangue 1,58m boven het asfalt uit. Laag voor een SUV, maar enorm hoog voor een Ferrari. Hij staat ook 18,3cm boven het asfalt. Nog nooit zat er zoveel lucht onder een Ferrari. Een dak in carbon moet ervoor zorgen dat het zwaartepunt nog een beetje oké blijft. In de neus zit een V12. 6,5l groot, 725pk en 716Nm groot. Zonder turbo en mede daarom in staat om tot 8.250t/min te halen. Andere ingrediënten: vierwielaandrijving en een achttrapsautomaat met dubbele koppeling. De acceleratietijd naar 100km/u is met 3,3 tellen gelijk aan die van de opgeblazen Lambo’s en Astons, maar met een topsnelheid van 310km/u loopt de Purosangue toch net iets sneller dan die twee. Wat hij ook heeft: tegengesteld openende achterportieren en een normale kofferklep. Deze Ferrari moet handig zijn.
Voor een prijs is het nog te vroeg, al wordt inmiddels al gezegd dat je voor minder dan 300.000 euro zelfs niet zal moeten dromen. En de naam Purosangue - volbloed? Tja, die wijst er toch op dat Ferrari er niet helemaal gerust in is. Intussen breekt het merk ook maar met de traditie. De Italianen maakten er een gewoonte van om bij elk nieuw model de rondetijd op het eigen testcircuit in Fiorano mee te geven. Maar nu niet. Op de hoofdzetel in Maranello denken ze al lang na over een crossover. Dat bleek al toen in 2015 een geheim prototype voor de Ferrari FF uitlekte. Inderdaad: met SUV-kenmerken. De FF werd uiteindelijk gewoon een lage vierzitter.