Elektrische auto’s zijn oververtegenwoordigd in de ongevalstatistieken. Omgerekend zijn ze de helft vaker betrokken bij ongelukken dan conventioneel aangedreven auto’s op benzine of diesel. Dat is de conclusie van een onderzoek van verzekeraar Axa.
Steeds vaker zie je op onze wegen elektrische auto’s. Bijna de volledige top 10 van de bedrijfswagens is tegenwoordig een EV. Een rechtstreeks gevolg van de fiscaliteit. En ook particulieren vinden iets meer de weg naar een stekkervoertuig, al blijft het aandeel daar nog klein. Ongeveer 1 klant op 20 kiest ervoor.
Het sterke punt van de EV, blijkt ook het grootste probleem te zijn
Om de meerprijs van elektrische auto’s verteerbaar te maken, kiezen heel wat automerken voor modellen die erg krachtig zijn. Dat kost een klein beetje meer en het geeft de marketingjongens een excuus om ze op basis van de acceleratietijd tegen veel duurdere auto’s met verbrandingsmotor te pitchen. Die acceleratie is op vlak van prestaties dan ook hét sterke punt van de EV, die niet graag snel rijdt en prestaties ook liefst niet vaak herhaalt.
Maar volgens AXA zijn die brutale acceleraties net het probleem. “Bestuurders laten zich verrassen door de acceleratie” verklaart de verzekeraar bij VRT. Bovendien lijkt het ook zo dat heel wat mensen denken dat de remprestaties navenant beter zijn, maar dat is niet het geval. Je zou zelfs kunnen aanvoeren dat een EV daar met z’n lagerolweerstandsbanden en hoge gewicht benadeeld is.
Er zijn enkele verzekeraars die gunsttarieven hanteren voor elektrische voertuigen. Of de bevindingen van AXA een einde betekenen van die voordelige behandeling, is niet duidelijk.