Vind je de vele veiligheidssystemen in jouw auto nu al opdringerig? Dat zal er helaas niet op verbeteren. Europa heeft namelijk een hele waslijst aan rijhulpsystemen opgelegd aan de autofabrikanten. Of die systemen ook allemaal betrouwbaar zijn in de praktijk, is nog maar de vraag.
Europa wil het aantal verkeersdoden terugdringen. Aangezien een menselijke fout in zowat 90 procent van de ongevallen aan de basis ligt, zoeken de regelgevers hun heil in ADAS of Advanced Driver Assistance Systems. Terwijl de constructeurs (en de uiteindelijke bestuurders) tot nu nog redelijk wat keuzevrijheid kregen, wordt Europa voortaan een pak strenger door meer uitrusting te verplichten. Auto’s die vanaf 6 juli 2022 nieuw op de markt komen en een typegoedkeuring ondergaan, moeten beschikken over bijkomende rijhulpsystemen. Vanaf 7 juli 2024 moeten ook bestaande modellen aangepast zijn. Maar welke functies worden precies verplicht?
Intelligente snelheidsondersteuning
“Een systeem om de bestuurder te helpen de juiste snelheid voor de wegomgeving aan te houden door hem specifieke en gepaste feedback te geven”, zo klinkt de mooie omschrijving van de Intelligent Speed Assist (ISA) in de Europese verordening. De praktijk wordt iets minder mooi en zelfs ronduit gevaarlijk. Hoe deze automatische snelheidswaarschuwing werkt en waarom dit erg vervelend wordt voor bestuurders, kon je eerder al lezen.
Een test van het magazine AutoGids met een ‘ISA-conforme’ auto bevestigt wat veel bestuurders van een auto met verkeersbordenherkenning al weten: het is onbetrouwbaar. Gemiddeld elke negen kilometer maakte de niet-zo-intelligente snelheidsondersteuning een fout zoals laattijdig reageren, verkeersborden verkeerd lezen of niet terugkeren naar de snelheid na een kruispunt. Frappant voorbeeld: de auto vertraagde van 120 naar 50 km/u op de snelweg omdat de ISA ‘50’ las op een oplegger. Je kunt het systeem wel uitschakelen, maar dat moet je bij elke rit opnieuw doen.
Vermoeidheids- en afleidingswaarschuwing
Dit systeem beoordeelt de alertheid van de bestuurder door verschillende parameters (bijvoorbeeld stuurcorrecties) te analyseren. Of anders gezegd: je wordt als bestuurder in de gaten gehouden en aangespoord om te pauzeren. Het doel is om bestuurders die slaperig zijn of met andere zaken zoals de smartphone bezig zijn tijdig te waarschuwen.
Aansluiting voor alcoholslot
Een alcoholslot wordt niet verplicht, maar elke nieuwe auto moet er wel op voorbereid zijn. Het gaat om een gestandaardiseerde interface die de montage van aftermarket-alcoholsloten vergemakkelijkt. Het is aan de rechter om een alcoholslot op te leggen, wat in België gebeurt bij een intoxicatie van meer dan 0,8 promille.
Achteruitrijdetectie
Een systeem om de bestuurder attent te maken op mensen of voorwerpen die zich achter de auto bevinden, uiteraard om botsingen te vermijden bij het achteruitrijden. Dat kan met sensoren en camera’s.
Event Data Recorder
De meeste auto’s hadden al zo’n zwarte doos, maar die wordt nu verplicht. De gegevensrecorder registreert data voor, tijdens en direct na een botsing (bijvoorbeeld na het opblazen van een airbag). De gegevens zijn in de eerste plaats bestemd voor de lidstaten. Zo wil Europa de verkeersveiligheid analyseren, al zou het niet de bedoeling zijn om de eigenaar of bestuurder te identificeren.
Noodremsysteem
Een systeem dat automatisch een mogelijke botsing detecteert en de auto afremt om een botsing te vermijden of minstens te verzachten. Bovendien moet elke auto beschikken over een noodstopsignaal: een lichtsignaal om achteropkomend verkeer erop te attenderen dat je sterk vertraagt wegens gevaarlijke omstandigheden op de weg.
Rijstrookassistent
Een rijstrookassistent helpt de bestuurder om een veilige afstand te bewaren ten opzichte van de grens van de rijstrook of weg, om te voorkomen dat je tegen een tegenligger botst of van de weg geraakt. Europa erkent dat dit systeem (net als het noodremsysteem) mogelijk niet altijd werkt, bijvoorbeeld door tekortkomingen aan de weginfrastructuur. In die gevallen moeten de systemen zichzelf buiten werking stellen en de bestuurder daarvan op de hoogte brengen. Als de systemen zichzelf niet automatisch deactiveren, moet het mogelijk zijn om ze met de hand uit te schakelen.