Alternatieve brandstoffen worden vaak aangewend om conventionele motoren minder schadelijk voor het milieu te maken. Vooral LPG, CNG en waterstof zijn vaak bewandelde pistes. Allen hebben ze een uitstoot die schoner is dan die van een conventionele benzinemotor. Er loopt zelden wat mee mis, maar als het toch gebeurt, dan kunnen de gevolgen spectaculair zijn.
Steekvlammen uit CNG-bus
Twee jaar geleden ontplofte een waterstoftankstation in Noorwegen. Er was toen niemand in aanwezig, maar door de schokgolf raakten toch twee mensen gewond. Een spectaculair ongeluk. Op 16 april liep het mis in de omgeving van de Italiaanse stad Perugia. Niet met een waterstofvoertuig, maar met een bus die rijdt op CNG. Dat gecomprimeerde gas wordt in tanks op het dak opgeslagen. De bus vatte vuur en dat leverde enorme steekvlammen op. Die zijn wellicht het resultaat van het openen van de overdrukventielen in de gastanks. Die moeten verhinderen dat de tanks ontploffen, wat ook niet gebeurde.
Niemand gewond
De Irisbus Iveco Cityclass van een openbare vervoersmaatschappij was op het ogenblik van het voorval niet in dienst en werd bestuurd door een technieker. Die kon zichzelf tenauwernood in veiligheid brengen. Er raakte niemand gewond. De materiële schade was aanzienlijk. Niet alleen de bus ging verloren. De temperatuur en de hevigheid van de steekvlammen was zo groot dat het asfalt smolt en een nabijgelegen veld ook vuur vatte.
Dergelijke CNG-bussen zijn in heel wat Europese landen populair. Naast Italië zijn ze ook te vinden in onder meer Frankrijk, Griekenland en Nederland. Incidenten zijn zeldzaam maar niet onbestaande. In 2012 vond bij onze Noorderburen al eens een soortgelijk incident plaats.