Het is weer tijd voor een nieuwe 7-Serie van BMW. Die wordt in één keer gelanceerd met conventionele motoren, als stekkerhybride én in een elektrische variant die i7 heet. Van belang is daar dat alle versies structureel hetzelfde zijn. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld Mercedes, dat voor z’n S-Klasse en elektrische tegenpool EQS een verschillende basis gebruikt.
Nadruk op technologie en dynamisme
Eerst even over het uiterlijk. Het segment van de toplimousines legt tegenwoordig een andere nadruk dan in het verleden. Historisch gezien waren elegantie en comfort sleutelwoorden. Die zijn inmiddels vervangen door dynamiek en technologie. Deze nieuwe 7 (met interne benaming G70) is geen uitzondering. Het uiterlijk is daarvan doorslag. Een druk bewerkte voorzijde met een grote grille, gespleten koplampen en bij tijden erg complexe voorbumpervormgeving moet dat in de verf zetten. En over verf gesproken: een koetswerk met twee kleuren is voortaan een (dure) optie.
De 7-Serie is weer een heel stuk groter dan z’n voorganger. Er komt meer dan 10cm bij in de lengte en telkens ruim 5cm in de hoogte en de breedte, ofschoon de wielbasis amper is aangepast.
Het onderstel wordt op elk exemplaar gezegend met een luchtophanging en een tegensturende achteras (maximaal 3,5 graden) wordt een optie. Wie wil dat z’n auto perfect vlak door de bocht gaat kan ook nog actieve stabilisatorstangen bestellen. Die worden door elektromotoren aangestuurd.
Onder de kap van de nieuwe BMW 7-Reeks
Op de elektrische BMW i7 gingen we hier al dieper in. Wie liever benzine verbrandt heeft bij de lancering twee mogelijkheden. De eerste krijgt 740i op de kofferklep en wordt aangedreven door een drieliter biturbo zes-in-lijn met 48V elektrische ondersteuning. Met achterwielaandrijving, een achttrapsautomaat en 375pk kan die naar 100km/u in 5 tellen. Heel wat markten krijgen ook een afgeleide daarvan met wat minder vermogen. Een grotere motor kan ook, in de vorm van de 4,4l V8 biturbo die de 760-monikker (voorheen voorbehouden voor de twaalfcilindermodellen) opgekleefd krijgt. Die voegt meteen vierwielaandrijving toe en zet een strakkere sprinttijd van 4,2 seconden neer.
Stekkerhybrides zijn natuurlijk ook op het appel. Die combineren de gekende drieliter zes-in-lijn met een elektromotor en een weerom verder uitgebreide elektrische autonomie. BMW zal ze zowaar van M-badges voorzien omdat het weet dat die letter de prijsverhoging beter verteerbaar maakt. Tenslotte wordt ook de drieliter diesel - als 740d - ook nog in Europa in de catalogus geparkeerd.
Een recordaantal pixels
Innovatie is er natuurlijk ook in het interieur, dat onder meer een optionele achterbank met individueel instelbare zetels omvat. Er lijkt nog geen einde te komen aan de obsessie met schermen. De bestuurder heeft er twee. Achteraan kan een 31” groot scherm uit het dak komen en zijn er zowaar 5,5” grote schermen die de traditionele knoppen in de deurpanelen vervangen. Merk ook op dat de draaiknop voor het iDrive besturingssysteem, na eerst te zijn verdwenen op de 2-Serie, hier z’n herintrede maakt. BMW heeft daar een uitleg voor: de schermen zijn zo groot dat ze niet voor iedereen gemakkelijk te bedienen zijn. Als je arm te kort is, gebruik je de draaiknop.