De gevolgen van de Russische inval in Oekraïne zijn verstrekkend. Ook de auto-industrie ondervindt de gevolgen. Vooral Duitse autobouwers zien hun fabrieken stilvallen omdat ze niet meer aan onderdelen geraken.
Het is zo’n beetje een vuistregel dat de productiekost daalt naarmate je in Europa meer naar het oosten afzakt. En je kan in die richting niet veel verder gaan dan de Oekraïne. Er zijn ook nogal wat automerken met leveranciers van cruciale componenten in het door oorlog geteisterde land. Vooral kabelbomen worden er gemaakt. Een grote Duitse toeleverancier heeft er twee productievestigingen waar nauwelijks nog gewerkt kan worden. Dat zorgt nu voor onderbrekingen in de productie.
Porsche gebruikt onderdelen van toeleveranciers in Oekraïne onder meer voor de fabriek in Leipzig, waar de Macan en Panamera worden gebouwd. Daar ligt de productie momenteel stil, terwijl het merk voor fabrieken in Stuttgart en Zuffenhausen ‘de situatie’ op de voet volgt. Daar lopen de Taycan en 911 van de band.
Volkswagen zal minder produceren
Bij Volkswagen waren de gevolgen al voelbaar in de fabrieken in Dresden en Zwichau. Maar de situatie verslechtert. Vanaf deze week zullen ook de West-Duitse fabrieken van het merk productiehinder ondervinden, met inbegrip van de megafabriek in thuishaven Wolfsburg. En ook in Hannover, waar veel van de bedrijfswagens van het bedrijf worden gemaakt, zal er minder geproduceerd kunnen worden. Audi zou intussen beslist hebben om vanaf 10 maart tijdelijk, maar voor onbepaalde tijd geen orders voor plug-in hybrides meer aan te nemen. Kwestie van de wachtlijsten niet té lang te maken.
Chaos bij BMW
Bij BMW is de chaos op het eerste gezicht nog groter. Het heeft er alle schijn van dat de grootste productievestiging van het merk, in Dingolfing, deze week helemaal stilvalt. De motorenproductie in het Oostenrijkse Steyr ligt al stil. En dochterbedrijf Mini kreunt ook, met gevolgen die zelfs voelbaar zijn tot in de fabriek in Oxford, waar de productie is gestopt. In het Nederlandse Born, bij VDL Nedcar, wordt de Mini, Mini Countryman en de populaire BMW X1 gebouwd. Of liever: werd. De lijnen zijn er gestopt.
Auto-industrie slachtoffer van haar eigen just-in-time-model
De autosector is hier slachtoffer van haar efficiëntie. Om marges en productieprocessen te maximaliseren wordt voor heel wat cruciale componenten slechts één leverancier gebruikt. Bovendien gebeurt de productie volgens het just-in-time principe, wat inhoudt dat onderdelen pas bij de fabriek worden geleverd op het moment dat ze gebruikt worden. Er is met andere woorden nauwelijks voorraad. De autosector bespaart op die manier op logistiek en kan scherpere aankooptarieven onderhandelen (want hogere volumes per leverancier). Maar ze is ook erg gevoelig voor problemen in de toeleveringsketen.
Het is al de tweede keer op amper twee jaar tijd dat die manier van werken autoproducenten meer nadelen dan voordelen oplevert. Ook het chiptekort, dat al meer dan een jaar de productievolumes van autobouwer remt, vindt z’n oorsprong in die radicale aankoopstrategie. Meer daarover lees je hier.
Historisch lange wachttijden worden nog langer
Het chiptekort zorgt al voor historisch lange wachttijden voor nieuwe auto’s. Afhankelijk van de gekozen versie en specifieke uitrusting, kan die tegenwoordig oplopen tot 1 jaar en meer. Door de oorlog in Oekraïne zullen getroffen autoconstructeurs nu nog minder auto’s kunnen bouwen. Klanten kunnen probleemloos auto’s bestellen, maar een nieuwe auto effectief geleverd krijgen wordt een almaar schaarser goed.