Elektriciteit is de brandstof van de toekomst. Het is een onderwerp dat polariseert. Niet in het minst omdat de beslissing niet in handen van de consument ligt, noch in die van de industrie met z’n leger ingenieurs. “De verplichte elektrificatie is een politieke beslissing” zei Carlos Tavares, de grote baas bij Stellantis (Fiat, Citroën, Peugeot, Opel, Alfa Romeo…) eerder dit jaar.
Europa elektrificeert met harde hand, door vanaf 2035 een moratorium uit te spreken. Het doet het ook met zachte(re) hand door elk jaar strengere CO2-doelstellingen op te leggen. Die komen erop neer dat automerken elk jaar meer auto’s met nuluitstoot (aan de uitlaat, tenminste) moeten verkopen. Doen ze dat niet, dan krijgen ze monsterboetes. Bij Stellantis leidde die wurggreep begin dit jaar al tot de beslissing om populaire ‘ludospaces’ als de Peugeot Rifter en Citroën Berlingo alléén nog in elektrische vorm aan te bieden. Ze werden in één klap ruim 12.000 euro duurder, wat best ironisch is, gezien het auto’s zijn die hoofdzakelijk gekocht worden door mensen en gezinnen die veel ruimte en flexibiliteit zoeken voor een scherpe prijs. Het verklaart ook meteen de geïrriteerde opmerkingen van Tavares. Fabrieken waar de auto’s met de duizenden tegelijk uit bollen, zullen nu EV’s druppelen. De gevolgen voor de tewerkstelling laten zich raden.
Tezelfdertijd worden de media overstelpt met hoeraberichten. “De elektrische auto breekt door”. Politiek en industrie trekken hier aan hetzelfde zeel. Ook de cijfers van vakorganisatie Febiac, laten dat uitschijnen. “geëlektrificeerde auto's hebben een historische doorbraak gerealiseerd en bereiken voor het eerst een niveau dat vergelijkbaar is met dat van dieselwagens”. Is dat wel waar? Een analyse.
Veel meer aanbod dan enkele jaren geleden
In 2019 kon de Belg nog kiezen uit 29 elektrische auto’s en 35 stekkerhybrides. In 2021 was dat cijfer al toegenomen naar respectievelijk 70 en 87 stuks. Bijna het drievoud. Het aanbod ondersteunt met andere woorden een expansie van de verkoop.
Op één jaar steeg het volume van de geëlektrificeerde auto in België met 63,8 procent, terwijl de markt zelf daalde naar haar laagste niveau sinds 1995. Hier wordt overigens alleen gekeken naar inschrijvingen en die door een wereldwijd chiptekort beperkt zijn en niet naar de bestellingen. Er zou een vertekening van het beeld kunnen plaatsvinden wanneer automerken zoals links en rechts wordt gesuggereerd blijken liever geëlektrificeerde auto’s te bouwen met hun gelimiteerde voorraad chips. Er is echter geen enkel bewijs voor.
Wat wel duidelijk is, is dat de industrie in een drang om de vooruitgang van elektrificatie zo rooskleurig mogelijk voor te stellen, die term los interpreteert. Bij de koepelfederatie in ons land is een conventionele hybride (zonder stekker), een plug-in-hybride (met stekker) en een elektrische auto “geëlektrificeerd”. In sommige andere statistieken wordt soms zelfs al een auto met een geavanceerd start/stop-systeem - de zogeheten microhybride - meegenomen.
Wat zijn dan de echte cijfers?
“Europa elektrificeert met harde hand”De hybride, waarvan ooit werd gezegd dat die tegen 2020 100% van de markt in handen zou hebben, haalt een aandeel van 5%. De stekkerhybride (plug-in) was in 2020 goed voor 12,5% van alle nieuw ingeschreven auto’s. En de volledig elektrische auto tikte uiteindelijk af op 5,9%. Inderdaad, meer dan de normale hybride. Een wat nauwkeurigere blik op de cijfers concludeert dus dat 18,4 procent van de geleverde auto’s een stekker had. Niet 23,5%.
Ironisch genoeg is de opmars van de elektrificatie is bijna uitsluitend een zaak van de politiek zo gehate bedrijfswagen. Van de 47.815 nieuwe inschrijvingen voor stekkerhybrides stond 90,3% op naam van ondernemingen of zelfstandigen. Er zijn er met andere woorden nog geen 5000 verkocht aan particulieren die het zonder grote fiscale voordelen moeten stellen.
Bij de elektrische auto liggen de cijfers in dezelfde lijn. Ruim 87% van de 22.669 elektrische auto’s schuilt achter een BTW-nummer. Minder dan 3.000 particulieren kochten elektrisch. Ofwel, niet eens 0,8% procent van de totale particuliere markt. Is dat genoeg om te spreken van de doorbraak van de elektrische auto?