Automerken overdonderen potentiële klanten graag met technologie. Kijk je naar veel hedendaagse autoreclame dan lijkt het wel alsof de rijeigenschappen van geen tel zijn. Dat je tegen je auto kan praten en veel verschillende kleurtjes sfeerlicht kan instellen: dat is belangrijk. Toch wordt die technologie na aankoop nauwelijks gebruikt. Een studie van het Amerikaanse J.D. Power bracht in kaart welke technologie door klanten wordt gebruikt. Daaruit blijkt dat heel wat snufjes eenvoudigweg geen enkel nut hebben. Tot overmaat van ramp zijn er ook vaak problemen met al die elektronica, wat op de tevredenheid van klanten drukt.
Camera's zijn handig, stemherkenning niet
Het onderzoek was ruim. J.D. Power bevroeg ruim 110.000 recente kopers van een nieuwe auto. Daaruit bleek dat er met name veel vraag én tevredenheid was over camerasystemen. En onder de gebruikers van elektrische auto’s werd de functie om met één pedaal te rijden fel gesmaakt. Aan de andere kant bleek er bijzonder weinig tevredenheid over systemen voor gebaren- of stemherkenning. Daar zijn ook veel problemen mee: bij 41 op 100 voertuigen.
Klanten kopen geen apps in een auto
Interesse was er ook nauwelijks voor de interne winkel van recente auto’s. Dat is een soort van app-store waarin updates, meer geavanceerde snufjes of technologie verkocht worden. Hetzij tegen een éénmalige kostprijs, maar ook steeds vaker in abonnementsformules. Heel wat premiummerken dromen ervan om hun klanten zo maandelijks te laten betalen voor extra’s bovenop de aankoop van de auto. 61% van de bezitters van een nieuwe auto met die functionaliteit zegt dat ze nog nooit naar de mogelijkheden van die systemen gekeken hebben en 51%, nog altijd meer dan de helft, zegt dat ze dat ook nooit zullen doen.
J.D. Power concludeert dat heel wat eigenaars een groot deel van die, niet zelden vergezochte, technologische snufjes aanzien als ‘verspilling’. Of de autosector daar ook lessen uit zal trekken, is niet duidelijk.