D’Ieteren, de oudste auto-importeur van ons land, stort zich binnenkort ook op de markt van de fietsen. Symbolisch voor die transformatie: de voormalige Audi-showroom aan de hoofdzetel in de Maliestraat (Elsene) wordt omgetoverd tot een fietsenzaak.
Binnen het plan ‘D’Ieteren visie 2025’ zoekt het bedrijf al langer naar nieuwe mogelijkheden om te diversifiëren en zich om te vormen tot een zogenaamde mobiliteitsspeler. Denk maar aan Lab Box, de divisie die start-ups zoals EDI (laadoplossingen), Poppy (deeldienst), Lizy (tweedehandsleasing) of Skipr (platform voor bedrijfsmobiliteit) ontwikkelt. D’Ieteren heeft nu ook concrete plannen op de fietsmarkt.
Ideale fietswinkel
Onder leiding van Karl Lechat (voormalig CEO van Skoda Import), wil D’Ieteren een landelijk netwerk van fietswinkels uitbouwen. “Het is de bedoeling dat we onze eerste winkel openen in maart-april 2022 in Brussel. Daar zullen we onze ex-Audi-showroom in de Maliestraat omtoveren tot een van de grootste fietswinkels van Brussel”, zegt Karl Lechat. “Dit heeft toch wel een symbolische waarde.”
“We zien dat automerken vandaag steeds vaker wegtrekken uit stadscentra. Zulke stadsgarages zijn ideale fietswinkels. Er komt niet alleen een grote showroom. Er is ook plaats voor een indoor testbaan, een gescheiden ingang voor fietsonderhoud en veel stockageruimte.”
Fysiek én online
“D'Ieteren wil binnen vijf jaar een nationale keten van fietswinkels uitbouwen”Via overnames wil D’Ieteren binnen vijf jaar een nationale keten uitbouwen, te beginnen met Brussel en Antwerpen. “We hebben niet de expertise van de fietswinkels, maar wel de expertise om een netwerk te creëren, een groot portfolio van fleetbedrijven en knowhow op het vlak van marketing, sales en het online platform. We kiezen voor omnichannel sales: een fysiek netwerk gecombineerd met een sterk online platform en een mooi portfolio van merken”, legt Karl Lechat uit. “De fietsenmakers hebben meestal een beperkter aanbod. Ze zijn lokaal verankerd, maar missen de online support. Daarnaast zijn er grote online spelers, maar die hebben geen fysiek netwerk of menselijke touch. Wij willen beide aspecten combineren.”