Benzine met lood werd door General Motors geïntroduceerd in 1921. Aan conventionele brandstof werd toen tetra-ethyllood toegevoegd. Een doorbraak, zo werd toen gezegd. De smerende eigenschappen van het supplement verhoogden de levensduur terwijl aangepaste verbrandingseigenschappen het erg schadelijke ‘kloppen’ van de motor tegengingen.
Giftige uitlaatgassen
Loodhoudende benzine wordt inmiddels aanzien als een grote fout. De uitlaatgassen, waar in de jaren twintig en dertig van vorige eeuw nog maar weinig aandacht voor was, waren uitzonderlijk giftig. Waar gelode brandstof zich verspreidde volgden epidemieën van hartaandoeningen, kanker, beroertes en ontwikkelingsachterstand bij kinderen. Zo verklaart het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP).
Eerst verboden in Japan, dan VS en Europa
Aan het einde van de vorige eeuw werd de brandstof in rijke landen systematisch uitgefaseerd. Japan was koploper. Dat verbood de verkoop van loodhoudende benzine al in 1980. In de VS werd loodvrije benzine algemeen leverbaar vanaf 1975, maar je kon er nog loodhoudende benzine tanken tot 1996. Europa hinkte wat achter de VS aan, met een algemeen verbod op benzine met lood vanaf 2000.
Nog 20 jaar langer nodig om loodhoudende benzine overal te verbieden
De loodhoudende brandstof bleef echter nog lange tijd gebruikt worden in armere landen. In 2002 waren er nog 117 landen die gelode brandstof gebruikten, waaronder elk land in Afrika. In 2006 was Afrika ten zuiden van de Sahara vrij van het giftige tetra-ethyllood. Uiteindelijk was alleen de staatsoliemaatschappij van Algerije nog fabrikant van loodhoudende benzine. Dat kondigde in september 2020 echter aan dat het loodhoudende brandstof zou uitfaseren. Eén jaar later is dat ook gebeurd. Benzine met lood is nu nergens ter wereld nog legaal.
Het Milieuprogramma van de VN noemt het totale verbod ‘een enorme mijlpaal voor de wereldwijde gezondheid en het milieu’. De maatregel zou nu al 1,2 miljoen mensenlevens en ruim 2 miljard aan gezondheidszorgkosten gespaard hebben.