Je bedrijfswagen omruilen voor andere voordelen: het idee van het mobiliteitsbudget klinkt misschien mooi, maar slaat in de praktijk niet aan. De bedenkers hebben blijkbaar onderschat dat veel werknemers hun bedrijfswagen niet zomaar kunnen missen.
Het mobiliteitsbudget bestaat sinds 1 maart 2019. Files verminderen en andere mobiliteitsvormen dan de auto stimuleren, is het doel van dit systeem. Werknemers die een bedrijfswagen hebben (of daar recht op hebben), kunnen die vervangen door andere voordelen, zoals een treinabonnement, een fiets, deelauto’s en zelfs huisvestingskosten (als je binnen een straal van vijf kilometer van je werk woont).
De auto blijft meestal
“De werknemer spreekt samen met de werkgever een specifiek bedrag af dat anders gebruikt zou worden om een bedrijfswagen te bekostigen. Met dit bedrag kun je mobiliteitsvoordelen kiezen op maat van jouw situatie. Daar kan nog altijd een bedrijfswagen deel van uitmaken. Vier op de tien werknemers die voor een mobiliteitsbudget kiezen, laten hun bedrijfswagen vallen”, zegt Heidi Verlinden, HR-researchexpert bij Securex. Of anders gezegd: ruim zes op de tien werknemers met mobiliteitsbudget hebben toch nog een (weliswaar milieuvriendelijkere of kleinere) wagen.
Bedrijfswagen echt nodig
HR-dienstverlener Securex onderzocht hoeveel werknemers het mobiliteitsbudget vandaag al gebruiken. En dat blijken er bitter weinig te zijn: 4 procent van alle Belgische werknemers. Volgens de steekproef, uitgevoerd in mei 2021 bij 1.512 werknemers, is 25% van de werknemers met bedrijfswagen wel bereid om het mobiliteitsbudget te gebruiken. 22 procent ziet dat zitten, maar koppelt er bepaalde voorwaarden aan. Redenen om voor het mobiliteitsbudget te kiezen, zijn vooral de optimalisatie van het loonpakket, de nood aan flexibele oplossingen in de stad, ecologische overwegingen en het toegenomen telewerk.
Securex stelt vast dat ruim de helft van de Belgische werknemers met een bedrijfswagen nog niet bereid is om die in te ruilen voor een mobiliteitsbudget (53%). De twee belangrijkste redenen hiervoor zijn de behoefte aan een auto voor privégebruik (67%) en voor beroepsdoeleinden (61%).
Verkeerd ingeschat
Bij de invoering van het mobiliteitsbudget in 2019 verklaarde toenmalig minister van Werk Kris Peeters te verwachten dat maar liefst één op de vier bedrijfswagenbestuurders zijn of haar bedrijfswagen effectief zou inleveren. “Het mobiliteitsbudget leeft bij veel mensen”, klonk het toen. Amper twee jaar later blijkt de realiteit anders.
Een nog groter fiasco was de mobiliteitsvergoeding of cash for car, een ander systeem waarbij de werknemer volledig afstand doet van zijn bedrijfswagen in ruil voor een (fiscaal voordelige) som die je vrij kunt besteden. Dat systeem werd zelfs door het Grondwettelijk Hof vernietigd en is eind 2020 afgevoerd.