Europa wil dat je bij de aankoop van een volgende auto ernstig nadenkt over een elektrisch exemplaar. En nog één auto verder en je krijgt zelfs geen keuze meer, dan moet je voor een stekker gaan. Maar het zijn niet alleen personenwagens die Europa wil elektrificeren. Ook vrachtverkeer moet zo snel mogelijk van de diesel af. En dat baart zowel fabrikanten als constructeurs nogal wat kopzorgen.
De elektrische vrachtwagen is geen evidentie
Diesel is immers een erg ideale brandstof voor zwaar transport. Het rendement is behoorlijk goed, de uitstoot van de jongste generatie trucks is erg zuiver, het verbruik per ton getransporteerde goederen is beperkt en de voertuigen hebben een grote autonomie met een korte tanktijd. Elektrische vrachtwagens die worden ontwikkeld zijn gecompromitteerd op vlak van laadvermogen, rijbereik en de tijd die nodig is om ze op te laden. Waterstoftechnologie wordt daarom vaak opgeworpen als alternatief. Verschillende vrachtwagenfabrikanten investeren volop in die technologie. Tegelijk zoeken overheden ook andere alternatieven. Een oplossing met een bovenleiding die onder meer door Siemens wordt voorgesteld, wordt in verschillende landen serieus overwogen. Het systeem verschilt niet zoveel met dat voor trams en treinen. Engeland neemt daarin nu het voortouw. Daar is een massaal investeringsprogramma van zo maar eventjes 20 miljard pond goedgekeurd. Het e-highway-programma start er met een proefproject van 2 miljoen pond over een 20km lang stuk van de M180 in de buurt van Scunthorpe.
De trolleyvrachtwagen komt terug
Het principe is als volgt: op grote stukken snelweg zullen vrachtwagens met een pantograaf contact maken met de bovenleiding en rijden op stroom uit de bovenleiding. Het principe is perfect vergelijkbaar met dat voor trams en treinen. De vrachtwagen moet ook nog over een tweede aandrijfvorm beschikken voor verplaatsingen buiten het snelwegnet. Dat kunnen accu’s of een brandstofcel zijn. Zijn het batterijen, dan kan de bovenleiding ook gebruikt worden om die al rijdend op te laden.
Een academische studie suggereerde dat een e-snelwegsysteem dat alleen de meest afgelegen delen van het VK niet bedient, tegen 2030 voltooid zou kunnen zijn. De geschatte kostprijs bedraagt 19 miljard pond. De regering denkt dat het die initiële investering op 15 jaar tijd kan terugverdienen door middel van belastingen op de verbruikte elektriciteit. Toch wordt de transportbedrijven een lagere totale kostprijs dan momenteel belooft. De beslissing is voorwaardelijk. De resultaten van het proefproject moeten positief zijn.