Volgend jaar komt Mercedes nog eens met een nieuwe generatie van de SL op de markt. Heel veel informatie over die auto geeft Das Haus nog niet prijs. Maar wat wel al zeker is: hij krijgt een conventioneel stoffen klapdak. Ook Mercedes houdt het coupé-cabriolet concept daarmee voor bekeken.
Inklapbare hardtops (in staal of kunststof) bestaan al heel lang. De Peugeot 401 Eclipse die in 1935 werd voorgesteld, zoude eerste geweest zijn. In de jaren vijftig dook hij weer op, op de Ford Skyliner en zo zijn er nog wel een paar ‘incidenten’. Tot halverwege de jaren negentig de inklapbare hardtop plots een heuse rage werd. Mercedes introduceerde toen de SLK met die vernuftige dakconstructie. Peugeot populariseerde ze met de 206 CC. Tegen de eeuwwisseling werkte zo ongeveer elk automerk aan een auto met een inklapbaar stalen dak. Volvo, Ford, Volkswagen, Renault, Peugeot, Nissan, BMW, Opel… allemaal gingen ze overstag.
Het beste van twee werelden… maar eigenlijk was het rommel
De inklapbare hardtop beloofde het beste van twee werelden. In gesloten toestand was hij net zo veilig als een coupé. Het stalen dak was minder gevoelig voor vandalisme, je had een degelijke fysieke barrière tussen jou en de buitenwereld, het was eenvoudig te isoleren en het had misschien ook wat meer uitstraling. En in open toestand was het natuurlijk gewoon een cabriolet.
Toch leek die inklapbare hardtop meer op een vloek dan op een zegen. De populariteit van de meeste auto’s die er één hadden daalde en heel wat autofabrikanten besloten er géén opvolger meer voor te voorzien. Veelal verkocht de eerste generatie nog goed, maar taande de ster bij een tweede generatie. Kreeg het publiek in de gaten dat ze eigenlijk maar belabberd waren als coupé en dat het evenmin goede cabrio’s waren?
Uiteindeljk verdwenen ze allemaal, en daarmee niet zelden de cabriolet voor de middenklasse. Een enkeling converteerde weer, zoals de BMW 3 (of 4-Reeks) cabrio of de BMW Z4.
Mercedes zelf hield vol op de SLK (die in 2020 met pensioen werd gestuurd) en SL. Maar nu gaat het merk zelf ook overstag. De nieuwe SL geeft het stalen klapdak op, dat Mercedes zelf 25 jaar geleden hielp populariseren.
Wat is er mis met een metalen klapdak?
Vanzelfsprekend belichtte de autofabrikant graag de voordelen van een metalen klapdak. Maar niet zelden zijn er ook grote nadelen aan verbonden. Een voor de hand liggende is de prijs. Het mechanisme en de bediening is omslachtig, gecompliceerd en duur. Bovendien moest de designer voor dat ganse gevaarte plaats vinden in de koffer. Dat zorgde ervoor dat het lijnenspel van de achterpartij niet zelden zwaar gecompromitteerd werd. Heel wat van die CC’s hadden een te dikke kont. Om het dak korter te maken, hadden heel wat van die CC’s plots een langere voorruit die bijna tot boven de voorste inzittenden kwam. Dat scheelde wat kostbare centimeters voor het dak, maar het fnuikte ook het echte cabriogevoel en was evenmin bevorderlijk voor de lijn.
En er zijn ook minder voor de hand liggende problemen. Het was schier onmogelijk om zo’n CC een behoorlijk weggedrag te geven. Met tweezitters ging het nog enigszins, omdat het gewicht van het dak daar binnen de perken bleef. Maar met daken die vier zitplaatsen moesten overspannen? Onbegonnen werk. Vooral omdat het gewicht de ene keer bovenop de auto lag, en de andere keer vlak bij de achterwielen in de koffer. Geen ingenieur die een afstelling kan verzinnen die in beide gevallen fijn rijdt.
Tenslotte, en verre van onbelangrijk, is er CO2-wetgeving. Ja, strikt genomen is een metalen klapdak wellicht een tikkeltje aerodynamischer dan een stoffen kap. Maar z’n gewicht speelt hem ook hier parten. Meer kilo’s staat gelijk aan meer CO2. En nu elk grammetje ertoe doet, zal zelfs Mercedes stof weer omarmen.