Tegenwoordig is de 3D-printer al uitgegroeid tot een volwaardig hulpmiddel in het arsenaal van autofabrikanten. Ze maken er gretig gebruik van. Met name in het design- en ontwikkelingsproces. Toepassingen in serieproductie zijn nog uitzonderlijk, maar ook daar zal verandering in komen. VW wil in z’n fabriek in Wolfsburg uiterlijk tegen 2025 jaarlijks 100.000 onderdelen voor gebruik op seriewagens printen.
3D-printen met ‘binder jetting’
Een traditionele 3D-printer stelt componenten samen door hars of metaalpoeder laag per laag te smelten met een laser. Maar die techniek is te langzaam en duur voor serieproductie. Samen met HP en Siemens experimenteert VW in Wolfsburg nu met ‘binder jetting’, een techniek waarbij vloeibare lijm en metaalpoeder worden gecombineerd. Die techniek zou wel voldoen aan de vereisten voor productie op grote schaal.
Eerst voor de VW T-Roc Convertible
Volkswagen heeft zelfs al een specifieke component in gedachten. Het bedrijf wil starten met onderdelen die worden gebruikt in de verstevigde A-stijl van de T-Roc cabriolet (zie test hier). Die zouden net zo sterk zijn als plaatstalen componenten, maar minder wegen. Omdat de T-Roc Cabriolet in relatief bescheiden aantallen wordt gemaakt, kan die productie ook rendabeler zijn dan een conventionele productiemethode.
Net zo goed als conventionele onderdelen?
VW voerde reeds crashtests en stevigheidstests uit met de onderdelen en lijkt tevreden met het resultaat. Hoe de onderdelen verouderen - of ze ook na jaren nog even stevig blijven - lijkt nog een onbekende te zijn.