De afgelopen twee decennia daalde het aantal autodealers al drastisch. Kleinere verkoopspunten en onderhoudscentra, maakten plaats voor een kleiner aantal grotere dealers. Dat is een aanpassing die vanuit de automerken zelf werd opgedrongen.
De juiste merkbeleving
De klant zou een betere service krijgen en in grotere showrooms meer modellen van het merk kunnen ontdekken. Soms zelfs van verschillende merken. Bovendien passen die monsterdealers allemaal netjes binnen eenzelfde ‘merkbeleving’. Een door marketingboys nauwkeurig uitgetekend setje regels die ervoor zorgen dat je als klant van een merk precies de juiste ervaring krijgt. Het uiterlijk van de showroom, de oppervlakte, de tegels, het meubilair, de schikking en soms zelfs de geur zijn nauwkeurig omschreven.
Dat niet alle klanten daar even mee in de wolken bleken, wuift de sector al jaren weg. Heel wat klanten verkiezen een persoonlijke band met de dealer, eerder dan een aankoopervaring die meer lijkt op die van een grote winkelketen. In die feedback is de sector niet geïnteresseerd. Die grote autotempels zijn immers efficiënter voor het merk. Dus, winstgevender.
Minder dealers
Inmiddels breekt een nieuwe evolutie aan. Meer en meer automerken willen dat de klant zich voor de tweede grootste investering in een mensenleven (mobiliteit, na huisvesting) gewoon beperkt tot een website. Nieuwbakken automerken als Tesla en Polestar gaan daar heel ver in, maar ook volumemerken zoals Ford experimenteren al duchtig. Op voorhand persoonlijk kennis maken met een auto kan (vaak) nog wel, maar alléén als je echt moeite voor doet. Zonder showrooms, heeft een automerk alleen nog servicecenters nodig. Voorheen had je rond grote steden vaak verschillende garages. Daardoor kon je ook eenvoudig dichtbij alternatieven vinden als je niet tevreden was van de service. Tegenwoordig is dat nog zelden het geval. Het aantal dealers is gedecimeerd. Het zijn ook bijna nooit nog onafhankelijke garagehouders. Ze maken veelal deel uit van grote dealergroepen die meerdere merken verdelen op verschillende locaties.
Dealercontracten opgezegd
Stellantis, de nieuwbakken groep die nu onder meer de volumemerken Citroën, Fiat, Opel en Peugeot omvat, maakt werk van nog maar eens een inkrimping van het dealernet. Door de fusie van PSA en FCA is er overlap, en kunnen er merken en locaties samengevoegd worden. Stellantis stuurde daarom aan alle Belgische dealers een verwittiging dat de contracten aan het einde van de lopende termijn (2023 voor de meeste) zullen beëindigd worden. De groep zal niet alle bestaande locaties behouden. Het bedrijf wil meteen ook een slag om de arm houden, want het ziet ook nogal wat heil in ‘online verkoopstrajecten’. Welke dealers allemaal zullen sneuvelen, wordt de komende jaren beslist.
Of de klant door die beslissingen ook effectief beter wordt bediend, is een vraagstuk dat de sector in z’n geheel weinig lijkt te interesseren.