Volvo wil naar de beurs. Dat zou voor de Chinese eigenaar Geely een uitgelezen manier zijn om eens langs de kassa te passeren. Het is trouwens niet de eerste keer dat het merk met Zweedse roots een beursgang overweegt. Ook voor het uitbreken van de coronacrisis werd al een beursgang voorbereid, maar daar werd dan wegens de uitzonderlijke omstandigheden van afgezien.
De propagandamolen draait op volle toeren
Volvo overweegt een notering op de Nasdaq Stockholm, al zegt het merk op dit ogenblik alleen dat zoiets intern wordt geëvalueerd. Eerdere rapporten suggereerden dat het merk zou mikken op een waardering van 16,5 miljard euro. Dat zou het tienvoudige zijn van Chinese eigenaar Geely er in 2010 aan Ford voor betaalde.
Volvo zette de afgelopen jaren uitstekende groeicijfers neer, maar die alleen kunnen de hoge waardering in vergelijking met de aankoopprijs niet verklaren. Volvo wil wellicht profiteren van de erg hoge waardering van bedrijven die momenteel voorop lopen op vlak van elektrificatie.
Toen Volvo de vorige keer een beursgang voorbereidde, ging dat gepaard met een stortvloed aan persberichten met toekomstige doelstellingen. Volvo voedde toen vooral de aandacht voor zelfrijdende auto’s, mobiliteit als dienstverlening (het maakte zelfs een concept car) en elektrificatie. Ook nu laat Volvo weten dat een beursgang "nieuwe aandeelhouders in staat zou stellen om deel te nemen aan de toekomst van Volvo Cars terwijl het bedrijf zijn transformatie naar een technologiegedreven, volledig geëlektrificeerd automerk voortzet.”
Het is goed mogelijk dat Polestar deel uitmaakt van de beursgang. Die Chinees-Zweedse elektrische Volvo-dochter wist de afgelopen tijd al met opvallend veel econieuws de media te halen. Eerst maakte die afdeling een studie wereldkundig die zou bewijzen dat een elektrische Polestar vanaf 140.000km CO2-vriendelijker was dan een conventionele auto. Vervolgens liet het bedrijf weten dat het tegen 2030 een auto volledige CO2-neutraal (zonder compenserende maatregelen) zou bouwen. Die eerste studie bevatte cijfermateriaal waarbij wel wat vragen gesteld konden worden. Het tweede persbericht omvatte zelfs geen enkele substantiëring van de claim voor CO2-neutraliteit. Hoe zou Polestar dat kunnen waarmaken? Geen woord daarover.
Elektrische automerken structureel overgewaardeerd?
De gretigheid waarmee automerken aan een transformatie werken, kan niet uitsluitend verklaard worden door de vraag van de markt. De consument reageert zelfs eerder terughoudend. China en vooral Europa willen echter dat auto’s zo snel mogelijk helemaal elektrisch en liefst ook helemaal geconnecteerd zijn. Maar er zijn significante andere grote markten waar vooralsnog geen sprake is van gedwongen elektrificatie. Dat is onder meer zo voor de VS.
Wat wel als een paal boven water staat, is dat bedrijven die EV’s bouwen in de gratie van beleggers vallen. Dat levert soms torenhoge beurskoersen op. Schoolvoorbeeld is Tesla. Dat bedrijf maakt nauwelijks winst en heeft naar de normen van traditionele grote autobouwers slechts een beperkte productiecapaciteit, maar wordt toch vaak hoger gewaardeerd. Analysten stippen vaak aan dat daar in de boekhouding van het bedrijf geen rationele verantwoording voor te vinden is. Een indicatie van een bubbel, die echter (voorlopig?) niet barst.