Met een elektrische auto rijden wordt altijd goedkoper dan een alternatief op benzine of diesel, zegt consumentenorganisatie TestAankoop. Vanaf 2025 zal je als consument over de hele levensduur van een auto goedkoper af zijn wanneer je kiest voor een stekkervoertuig. Ga je voor een elektrische auto in de middenklasse, dan ben je volgens testaankoop al in 2022 financieel beter af.
Elektrische auto duurder om te kopen, maar goedkoper om te gebruiken
De Europese koepel van consumentenorganisaties BEUC berekende de TCO - de Total Cost of Ownership - van elektrische wagens en vergeleek die met alternatieven op benzine, diesel en zelfs waterstof voor de belangrijkste Europese landen. Het concludeert dat de aanschafprijs van de elektrische auto weliswaar hoger ligt dan die van een conventioneel voertuig, maar dat goedkopere stroom, lagere onderhoudskosten, subsidies en een hogere restwaarde ervoor zorgen dat de uiteindelijke kostprijs van een elektrische auto al de komende jaren onder die van een voertuig met thermische motor zakt.
Tweedehands nu vaak al goedkoper
Leo Muyshondt, de mobiliteitsexpert bij TestAankoop stelt dat een tweedehandse elektrische auto nu al vaak fiscaal een betere keuze is. “We hebben berekend dat een elektrische Renault Zoe die je tweedehands aankoopt, tot 2.200 euro goedkoper is dan een VW Polo na een gebruikstijd van vijf jaar en gemiddelde afstand van 12 000 km per jaar. Rij je er nog 7 jaar mee, dan wordt het verschil nog groter en bespaar je een kleine 5.000 euro”. Hij gaat er ook van uit dat grote elektrische auto’s zoals Tesla’s en de Audi e-Tron vanaf 2023 erg betaalbaar worden omdat die dan vanuit de fleetmarkt zullen doorvloeien naar de particuliere tweedehandsmarkt. De typische afschrijftijd van dergelijke wagens bedraagt vier of vijf jaar.
Opgepast met Total Cost of Ownership, want waar ben je zeker van?
“Eén en ander is te danken aan het feit dat opladen goedkoper is dan tanken”In een gesprek met deze redactie specificeerde Muyshondt dat de berekening van de Total Cost of Ownership rekening houdt met de “gekende huidige fiscale situatie in het jaar van de berekening”. Dat betekent dat in de cijfers geen verkeersbelasting, belasting op inverkeerstelling of een accijnscompenserend tarief voor elektriciteit in is opgenomen. Allemaal voordelen die de elektrische auto momenteel geniet, maar die belastingtechnisch niet vol te houden zijn. De tientallen miljarden die de overheid uit autogerelateerde belastingen haalt, zullen vroeg of laat ook EV-rijders te beurt vallen.
Het resultaat van de berekening is sterk afhankelijk van de stroomkost. “Eén en ander is te danken aan het feit dat opladen goedkoper is dan tanken, zeker als je het tijdens de daluren thuis kan doen”, zegt TestAankoop. De restwaarde is gebaseerd op schattingen van gespecialiseerde bureaus.
Van alle factoren die zijn opgenomen in de berekening is dus eigenlijk alleen de aankoopprijs een zekerheid en daarin blijft de elektrische auto duurder dan z’n conventioneel aangedreven tegenhanger. “Het prijsverschil tussen beide wordt wel steeds kleiner”, merkt de consumentenorganisatie op.
Goedkoper is niet hetzelfde als handiger
De studie van TestAankoop gaat niet verder dan het financiële luik. Onlangs publiceerde de organisatie nog een video met een gebruikscase van een elektrische auto met een “confronterende conclusie” (zie hier). De organisatie dringt bij de overheid nog steeds aan op een stevig uitgebouwd laadpalenpark. Een recente berekening gebaseerd op 20% elektrificatie van het Belgische wagenpark en de EU-richtlijn voor de verhouding tussen laadpunten en EV’s concludeerde al dat ons land tussen nu en 2030 elke dag meer dan 500 nieuwe laadpunten moet installeren om de omschakeling naar elektrisch autorijden naar behoren te kunnen ondersteunen.