Gaat het om de beoordeling van hoe goed een sportauto is, dan ligt het voor de hand dat de prestaties aan de oppervlakte komen drijven. De acceleratietijd naar 100km/u, 200km/u en de topsnelheid zijn lekker objectieve criteria die menige discussie aan de toog kunnen beslechten.
De elektrische auto accelereert nu eenmaal sneller
Maar al die sportwagens voelen tegenwoordig de hete adem van snelle geëlektrificeerde auto’s in de nek. Wie opklimt in het gamma van Tesla bijvoorbeeld, komt al snel modellen tegen die in de geijkte honderdsprint menig sportauto kunnen beschamen. Dat komt omdat de kapitaliseren op het onmiddellijk beschikbare koppel. Hoewel die elektrische auto’s vaak niet kunnen aanklampen wanneer de snelheden hoger worden, lijkt het gevecht op papier al bij voorbaat verloren.
Snel is niet hetzelfde als leuk
Lamborghini lijkt daarom het accent te verschuiven van de naakte prestaties naar het weggedrag. Op dat vlak hebben elektrische auto’s met vergelijkbare prestaties het immers veel moeilijker om de moderne conventioneel aangedreven sportwagen te bekampen. Beiden kunnen zich immers bedienen van elektronische snufjes, zoals het laten variëren van de aandrijfkracht per wiel (torque vectoring). De elektrische auto heeft echter een erg hoog gewicht. Dat vormt een onoverkomelijk nadeel wanneer de auto van richting moet veranderen. Dat is simpele fysica.
Francesco Scardaoni, die zich bij Lamborghini baas mag noemen voor de Azië en Australië, zei het letterlijk tegen Car Advice: “acceleratie is niet meer zo belangrijk als 10 jaar geleden. Wat nu echt het verschil maakt, is het rijgedrag”. Hij claimt ook dat elektrische auto’s wel snel zijn, maar niet leuk. “Daarvoor zijn ze te zwaar”.