De meeste Europese automerken zetten het onderzoek naar waterstofwagens op een laag pitje. Onder meer de VW groep, Stellantis (Fiat, Citroën, Peugeot, Opel…), Mercedes en BMW zeggen niet meer te geloven in waterstof. Dat besluit The Financial Times, na een rondvraag bij de Europese autobouwers.
Is waterstof plots niet meer realistisch?
Volkswagen-topman Herbert Diess noemde de fysica achter rijden op waterstof “onredelijk”. De topman sluit zelfs over tien jaar nog steeds waterstofauto’s uit. Hij verwijst daarvoor naar het onvermogen van een brandstofcel om snel te variëren in opgewekt vermogen. “Daardoor heb je nog een accu van 10kWh nodig, je hebt een elektromotor nodig en je moet de brandstofcel laten draaien”.
Ook Mercedes en BMW, die in het verleden al uitvoerig experimenteerden met waterstof, zetten nu hoofdzakelijk in op een elektrische aandrijving. Carlos Tavaris, de topvan van de Stellantis-groep, suggereert dat bedrijven die vasthouden aan waterstof “dat alleen doen omdat ze achterlopen op het vlak van batterij-aangedreven elektrische auto’s”. Een nauwelijks gecamoufleerde sneer naar Toyota, dat in Europa rond deze tijd de tweede generatie van de Toyota Mirai lanceert. Die auto converteert waterstof naar stroom.
Wetenschap of politiek?
Die marktintroductie illustreert een tweede observatie van The Financial Times: buiten Europa blijft de brandstofcel op de agenda staan. Dat suggereert minstens dat er in Europa een factor speelt die minder van tel is voor merken die minder zwaar aan ons Oude Continent verankerd zijn. Hoewel die conclusie niet getrokken wordt, ligt het politieke kader voor de hand. Europa besliste immers reeds principieel dat de omschakeling naar (batterij-aangedreven) elektrische auto’s een feit wordt. Dat wordt niet expliciet verplicht, maar toekomstige uitstoot- en CO2-normen laten eigenlijk geen andere pistes open. Die omschakeling lijkt zich de komende tien jaar al volledig te zullen voltrekken. Te snel om waterstofauto’s competitief te maken, zelfs ten aanzien van de duurdere (dan conventioneel aangedreven auto’s) elektrische auto’s.
Wel voor vrachtwagens?
Tegelijk blijft waterstof wél spelen bij de fabrikanten van bedrijfsvoertuigen en vrachtwagens. Die voertuigen moeten immers altijd kunnen presteren en zullen ook in de toekomst grote afstanden moeten kunnen blijven afleggen. De Europese particulier zal zich in de toekomst moeten verzoenen met langere reistijden en overnachtingen op verplaatsingen die nu nog gemakkelijk op één dag kunnen plaatsvinden. Voor logistieke bedrijven en bedrijven in kritische dienstverlening is dat echter uit den boze.
Philippe Prevel, die bij Renault verantwoordelijk is voor de ontwikkeling van vrachtwagens, zegt dat batterijen in vrachtwagens ‘onpraktisch’ zijn omwille van de hoge gewicht van de accu’s (die ook het laadvermogen inperken) en de lange laadtijden. Hij is van mening dat ‘vrachtwagens die een actieradius van meer dan 300km moeten halen, naar waterstof moeten kijken’. Consensus daarover is er niet. Bij VW, dat de vrachtwagenmerken MAN en Scania in portfolio heeft, wijst de neus wel richting batterij-elektrisch vervoer.