Automobilist derde meer belast dan 10 jaar geleden

Vergroot foto
Door: BV 11-03-2021

De Belgische overheid verdiende in 2019 ruim een derde meer aan de automobilist dan in 2010. Dat blijkt uit cijfers die sectorfederatie Febiac verzameld heeft. Die brengen de voornaamste fiscale opbrengsten op auto’s, motorfietsen en vrachtwagens in beeld. De Belg betaalt tenslotte meer dan 10 keer belasting op z'n auto.

De koe wordt steeds meer gemolken

In 2010 bracht de automobilist de staatskas net geen 16 miljard euro op. Dat totaal was in 2019 reeds gestegen ruim 21,4 miljard. Een meeropbrengst van 5,4 miljard euro of 34,2 procent. De toename is er op alle vlakken.

Het meeste verdient de overheid nog steeds aan de BTW op verkoop, herstellingen en onderdelen. Het is een pervers, doch natuurlijk effect dat de stijgende aankoopprijs van auto’s - nu en in de toekomst veelal het gevolg van aangescherpte regelgeving op vlak van veiligheid en milieu - in de eerste prijs de overheid ten goede komt. De regelgever krijgt zo een directe beloning voor het duurder maken van auto’s, ingrepen of componenten. In minder dan een decennium tijd steeg het inkomen van bijna 6 tot haast 8 miljard euro.

Zuinigere auto’s, maar toch meer accijnzen

De overheid koos het afgelopen decennium voor de controversiële (en nog steeds wetenschappelijk betwiste) switch van een pro-diesel naar een pro-benzinebeleid. Een keuze die werd onderlijnd door een flinke accijnsstijging op diesel. De zware brandstof moest aan de pomp immers minstens even veel kosten als benzine. Dat zie je ook aan het inkomen uit accijnzen: dat ging van 4,3 miljard naar ruim 6 miljard. Een stijging die des te opmerkelijker is aangezien auto’s over diezelfde periode gevoelig zuiniger werden. Tel er ook nog de BTW op accijnzen bij (eigenlijk een belasting op een belasting), dan kom je voor België op bijna 6,5 miljard euro per jaar. Een bedrag dat al voldoende is om alle infrastructuurwerken die ons land onderneemt, te dekken (tussen 6 en 8 miljard in een typische jaarbegroting).

Tijdens dezelfde periode steeg het inkomen uit verkeersbelasting ook van 1,7 naar 2,2 miljard. Samen met het inkomen van de verkoop op fossiele brandstoffen, vertegenwoordigt dat jaarlijks bijna 9 miljard euro. Die rekening zal in de toekomst willens nillens doorgeschoven worden op de gebruikers van elektrische voertuigen. Die zijn nu nog vrijgesteld van die belastingen in een poging van de overheid om de elektrische auto (een beetje) betaalbaarder te maken.

Kilometerheffing heeft één doel

Terwijl de Belgische overheid in 2010 nog ‘slechts’ 140 miljoen euro binnenkreeg van de extra belasting op vrachtverkeer (ze betaalt immers ook verkeersbelasting, BTW, accijnzen…), was dat tegen 2019 spectaculair toegenomen tot ruim 700 miljoen euro. Dat heeft alles te maken met de invoering van een kilometerheffing op vrachtvervoer. De tarifering daarvan werd vorig jaar overigens nog aangescherpt. Op papier diende die kilometerheffing om het vrachtverkeer te beperken, maar dat effect is onbestaande. Wellicht omdat er toch maar weinig lege vrachtwagens ‘recreatief’ bleken rond te rijden. De transporteurs rekenen de kilometerkostprijs vanzelfsprekend door aan hun klanten, waardoor alles wat ooit in een vrachtwagen zat, toch weer een tikkeltje duurder werd.

Niet veiliger, wel rijker

De verkeersboetes zijn nog zo’n grote stijger. Op tien jaar tijd steeg het inkomen ervan met ruim 38 procent. Het gaat dan vooral om geautomatiseerde snelheidsovertredingen. Flitspalen en trajectcontroles moeten de veiligheid op de Belgische wegen verbeteren. Lagere snelheden en meer controle, levert minder slachtoffers op. Het effect ervan is echter moeilijk meetbaar. Sterker nog. Hoewel we met z’n allen steeds trager rijden, steeg het aantal verkeersslachtoffers in Vlaanderen in 2019 weer.

Extra inkomen op stedelijk niveau omwille van de invoer van eveneens fel betwiste lage-emissiezones is niet in de cijfers opgenomen. Die stuwen de fiscale druk op de automobilist ongetwijfeld nog verder de hoogte in, zij het erg lokaal.

Belg betaalt tot de helft meer autobelasting dan de gemiddelde Europeaan

Uit cijfers van ACEA, de koepelfederatie van Europese autoconstructeurs, voor 2019 bleek al dat elke Belg jaarlijks gemiddeld 1.806 euro aan autobelasting betaalt. Hij betaalt op die manier de helft meer dan de gemiddelde Europeaan. Een Brit betaald ruwweg de helft. Een Spanjaard iets meer dan een derde. En het heeft er intussen alle schijn van dat het verschil met de andere Europese landen in de toekomst alleen maar groter zal worden.

Geef commentaar
comments by Disqus