Nog vijf jaar en alle benzine- en dieselwagens zullen uit het gamma van Ford verdwenen zijn. Het bedrijf zal zich vanaf dan beperken tot stekkerhybrides (met een elektromotor in combinatie met een conventionele krachtbron) en volledig elektrische modellen. En ook die plug-in-hybrides zal geen lang leven beschoren zijn. Tegen 2030 zal Ford alleen nog elektrische auto’s aanbieden.

Ook bij de bedrijfswagens staat een gelijkaardige transformatie op het programma. Die zal echter trager verlopen. Ford voorspelt dat je daar in 2030 nog steeds een stekkerhybride van zal kunnen kopen.

Met Europa in het achterhoofd ontwikkelt Ford in sneltempo een eerste elektrische model. Dat wordt de nieuwe generatie van de Ford Fiësta. In Europa tenminste, waar hij ook zal gebouwd worden. Het model zal in Keulen van de band rollen, zo maakte Ford vandaag bekend. Als alles volgens plan verloopt, is daar ook ruimte voor een tweede elektrische model. Er wordt 822 miljoen euro in de fabriek geïnvesteerd.

Europa tevreden, maar zullen de klanten dat ook zijn?

Na Jaguar is Ford al het tweede merk dat deze week radicaal verbrandingsmotoren afzweert. Er is tussen beide bedrijven ook een parallel te trekken: allebei zijn ze in Europa onvoldoende rendabel om zowel te blijven investeren in conventionele motoren, als de ontwikkeling van elektrische mobiliteit. Europa legt de elektrificatie echter op. Wie niet de wil of de mogelijkheid heeft om beide te ontwikkelen heeft maar twee opties: vertrekken (zoals Mitsubishi) of radicaal voor de EV gaan.

In tegenstelling tot de wereldwijde koerswijziging van het kleine Jaguar, beperkt de transformatie van Ford zich tot Europa. Het bedrijf trekt wereldwijd weliswaar 22 miljard euro uit voor de ontwikkeling van EV’s, maar er is geen sprake van het schrappen van verbrandingsmotoren op andere continenten dan Europa.

Beeld: de elektrische Ford Mustang Mach-E