De Europese lidstaten wisselen persoonsgegevens van onderdanen uit in het kader van snelheidsovertredingen. Daarover is een onderling akkoord dat buiten de EU om ook werd afgesloten met bijvoorbeeld Zwitserland.
De overeenkomst zorgt ervoor dat verkeersovertreders, waar omwille van de veiligheid steevast zwaar aan wordt getild, een boete uit het buitenland gewoon in de bus krijgen. Een akkoord voor andere soorten overtredingen, is er niet.
Om ter meest flitsen
Doorreislanden en populaire reislanden die er niet voor terugdeinzen om vakantiegangers gretig op de bon te gooien, zoals Frankrijk, genereren daar heel wat inkomsten uit. Tegelijk zorgt de regeling ook een beetje voor een pervers effect: het opbod om meer buitenlanders op de bon te slingeren dan andersom gebeurt.
Engeland zat tot aan de Brexit, die op 1 januari definitief van kracht werd, mee in de overeenkomst. Die is nu echter niet meer van kracht. De Britse overheid zal dan ook niet meer antwoorden op een verzoek om nummerplaatgegevens van het Europese vasteland. En ook in de omgekeerde richting is dat zo.
Er wordt aangestuurd op een nieuwe overeenkomst, maar daarop is nog geen concreet uitzicht. Er zijn na de Brexit nog wel meer losse eindjes vast te knopen. Tot dat gebeurt, hoeven de Britten niet meer te vrezen voor de Europese flitscamera’s. Dat is met name voor Frankrijk vervelend. Dat land factureert elk jaar meer dan 60 miljoen euro ‘rijtakssupplementjes’ aan de Engelsen.
Alleen nog staan houden
Naar alle verwachting zal Frankrijk nu intensiever inzetten op controles waarbij de overtreder meteen wordt onderschept. Dat is intensiever, maar er is geen tussenkomst van de Britse overheid voor nodig.