Afgelopen jaar 2020 werden in ons land 431.491 nieuwe personenwagens ingeschreven. Dat aantal is het laagste sinds 1997. De schuldige is, uiteraard, de uitbraak van het coronavirus. Koepelorganisatie haalt in dat verband niet alleen de eerste strikte lockdown aan, maar ook verstoringen aan productielijnen en distributie. De markt kromp met iets meer dan 20 procent.
Weer grote aandeel voor diesels
Het sterk gereduceerde aantal is niet de enige observatie. Zo is er de sterke aangroei van het aantal geëlektrificeerde modellen. Dat aandeel bedroeg in 2019 nog slechts 4,7 procent en zwol op één jaar tijd naar 10,9%. Toch mag die stijging niet verwonderen. Almaar meer modellen hebben immers elektrificatie nodig om uit te kunnen pakken met een gunstige CO2-uitstoot. Dit cijfer omvat immers alle vormen van elektrische ondersteuning, van een mild-hybrid met nauwelijks impact tot geheel elektrische voertuigen. (Lees meer over de verschillende vormen van elektrificatie hier).
De geheel elektrische auto ziet z’n aandeel stijgen van 1,6 naar 3,4%. Het gaat met andere woorden om 14.671 nieuwe elektrische auto’s.
Diesel weer aan zet?
Opmerkelijk is ook dat de aanhoudend verketterde dieselmotor weer aan aandeel wint. In 2019 was nog slechts 31,4% van de nieuwe auto’s een diesel. Afgelopen jaar steeg dat aandeel weer naar 33%. Dat is des te opmerkelijker aangezien het overgrote deel van de in 2020 verkochte dieselmotoren voldeden aan homologatienorm Euro 6d-temp die door de overheden in ons land in LEZ-gebieden wordt gebrandmerkt met een beperkte levensduur. Ze worden er al vanaf 2027 geweerd, al kwam dat in de distributiekanalen (uiteraard) en in media nauwelijks aan bod.
In absolute cijfers is die triomf van de dieselmotor eerder hol. In 2019 werden er 172.700 verkocht, terwijl er in 2020 ondanks het hogere aandeel door de algemene marktmaleise toch maar 142.392 diesel een nieuwe eigenaar vonden. Achter de relatieve toename staat dus in absolute cijfers nog steeds een daling.