Enkele jaren lang leek Formule E wel een wonderformule. De automerken en sponsors vielen haast over elkaar heen, gelokt door de groene uitstraling van de sport en gretig om hun nieuwe CO2-vriendelijke technologie het aura van autosport te geven.
Het 'groenwassen' van autosport
Het enthousiasme van de sector stond al die tijd in schril contrast met de interesse van het publiek in de elektrische interpretatie van Formule 1. De zaak werd niet geholpen door het feit dat de wedstrijdformule aanvankelijk vooral de beperkingen van elektrisch rijden in beeld bracht. De piloten moesten tijdens pitstops wisselen naar andere racewagens met een volle batterij. Het ecologische aspect werd dan weer gehinderd door het slecht bewaarde geheim dat het Formule E-circus niet zelden hele scheepsladingen dieselgeneratoren meezeult om de zogezegd CO2-vriendelijke formulewagens op te laden.
Audi én BMW houden het voor bekeken
Vorige week liet Audi weten dat het er na het volgende Formule E-seizoen de brui aan geeft en nauwelijks enkele dagen later maakte ook rechtstreekse concurrent BMW wereldkundig dat het kapt met de raceklasse. Het BMW i Andretti Motorsport-team was nochtans niet onsuccesvol. Afgelopne seizoen stond het drie maal op het hoogste ereschavot. Volgens BMW was de deelname in de raceklasse de afgelopen zeven jaar waardevol voor de ontwikkeling van een elektrische auto voor conventioneel weggebruik.