Vanaf 1 januari 2021 wordt de Vlaamse autofiscaliteit aangepast. Zowel de berekening van de Belasting op Inverkeerstelling (BIV) als de rijtaks verandert. Daarin verdwijnt het voordeel voor stekkerhybrides en auto’s op CNG en weegt de CO2-uitstoot nu meer door dan voorheen. De overheid voert op die manier een Europese maatregel uit. Het is de tweede keer op amper 5 jaar tijd dat de Vlaamse autofiscaliteit wordt aangepast.
WLTP in plaats van NEDC als berekenigsbasis
Het kabinet van Vlaams Minister van Financiën Matthias Diependaele (N-VA) paste de berekeningsbasis voor de belastingen aan. Vanaf 1 januari 2021 zijn het niet de NEDC-uitstootwaarden, maar de WLTP-uitstootcijfers die worden gebruikt als basis voor de berekening. WLTP is de nieuwe berekeningsmethode voor uitstoot. Die norm werd in het leven geroepen om de consument een realistischer verbruikscijfers voor te kunnen schotelen. Het cijfer is doorgaans 15 tot 20% hoger dan bij een identiek auto volgens de NEDC-norm. Binnen de WLTP-norm wordt ook de CO2-waarde van elke individuele optie meegenomen, waardoor de aanslagbasis nu bijvoorbeeld hoger wordt wanneer je bijvoorbeeld een schuifdak, airco of lichtmetalen velgen specificeert. Die hebben immers allemaal een invloed op het verbruik.
Meestal goedkoper, soms iets duurder, zegt overheid
Aan de kassa verandert er echter maar weinig. Europa legt immers op dat de aanpassingen budgetneutraal moeten zijn. Er zijn wel aanpassingen voor individuele auto’s. In de aangepaste formule wordt de inschrijvingstaks van 70% van de auto’s goedkoper en van 30% wordt ze duurder. Volgens het kabinet Diependaele bedraagt de daling gemiddelde 144 euro en de stijging gemiddeld 348 euro. Het zijn hoofdzakelijk grotere en krachtigere wagens die voorwerp vormen van een tariefverhoging.
Bij de jaarlijkse verkeersbelasting voltrekt zich een gelijkaardig scenario. Daar zou het tarief voor 60% van de auto’s dalen, voor 4% precies gelijk blijven en voor 36% stijgen. Het zijn kleine aanpassingen: een daling van gemiddeld 6 euro per jaar voor de grootste groep en een meerprijs van gemiddelde 10 euro voor de stijgers.
De Vlaamse overheid geeft een aantal voorbeelden van populaire modellen, zoals de Renault Clio, maar verzaakt onbegrijpelijk om er specifieke motorversies bij te vermelden. Aangezien de uitstoot per motor verschillend is, getuigt dat niet van een diepgaande kennis van de materie.
Einde fiscaal gunsttarief voor plug-in hybrides en CNG-auto’s
Nieuw is wel dat plug-in hybrides en aardgasauto’s niet meer kunnen profiteren van een vrijstelling van de belastingen. Stekkerhybrides hebben in regel een erg lage CO2-uitstoot van 60 gram of minder, wat betekent dat ze nog steeds erg gunstig zullen zijn. Maar CNG- of aardgaswagens zullen plots een pak duurder worden. Experts schatten het milieuvoordeel van die brandstof erg hoog in, maar op vlak van CO2-uitstoot scoren ze niet goed. Er wordt geen rekening gehouden met het feit dat aardgas die uitstoot elders grotendeels compenseert, op dezelfde manier dat de overheid niet geïnteresseerd lijkt in de feitelijke CO2-waarde die het stroomverbruik van elektrische auto’s vertegenwoordigt. Over EV’s gesproken - die behouden hun vrijstelling. Op papier hebben ze immers nog steeds geen enkele uitstoot.
Voor wie is de nieuwe regeling van toepassing?
De nieuwe berekeningswijze voor BIV en rijtaks geldt voor alle nieuwe in Vlaanderen ingeschreven auto’s vanaf 1 januari 2021 die geen deel uitmaken van een leaseformule. Ze geldt met andere woorden voor particulieren én bedrijven die hun auto aankopen. Auto’s die reeds zijn ingeschreven en occasies blijven in het oude regime.
Leasewagens
De leasewagens blijven onder de oude regeling vallen die nog van voor 2016 dateert. Daar is de voornaamste factor in de berekening het aantal fiscale pk’s. De belasting voor leasewagens is nog gelijk in de verschillende gewesten van België. Het is voor leasingbedrijven immers erg makkelijk om zich te vestigen daar waar specifieke voertuigen het goedkoopst zijn. De overheid wil ‘fiscale shopping’ vermijden. Voor particulieren, zelfstandigen en bedrijven die hun auto aankopen, is het echter heel wat moeilijker om louter op basis van de kosten van één of een handvol auto’s te verhuizen.