Jaguar frist de XF op. Er zijn wat kleinere esthetische aanpassingen, maar aan de binnenkant en onder de kap verandert er meer.
Facelift volgens het boekje
Aan de buitenzijde vallen vooral de nieuwe grille en koplampen op - typische faceliftitems, net als de aangepaste bumperschilden rondom. Niets verrassends, maar volgens het Britse merk levert het niettemin een auto op die hedendaagser oogt en meer flair heeft.
Weg is de zescilinder
Onder de kap merken we vooral op dat de zescilinder ten grave werd gedragen. De XF is nu alleen nog te koop met vierpitters in de snoet. Er zijn er twee op benzine die allebei 2 liter inhoud hebben. De eerste levert 246pk en 365Nm en combineert een achttrapsautomaat naar keuze met achter- of vierwielaandrijving. De tweede versie komt als P300 in de catalogus en heeft niet alleen 296pk maar ook 400Nm trekkracht die hij via dezelfde automaat altijd over de vier wielen verdeelt. Geen enkel exemplaar kan je als traag omschrijven want zelfs de instapper zit in minder dan 7 tellen aan 100km/u.
Jaguar biedt ook nog een dieselvariant aan. Ook daar lees je: 2 liter inhoud, 4 cilinders, achttrapsautomaat. Deze versie krijgt wel een 48V ondersteuning om er nog een paar extra grammetjes CO2 uit te persen. De eenheid levert 201pk en 430Nm. Je kan kiezen tussen aandrijving op louter de achterwielen, dan wel alle exemplaren.
Herwerkt interieur voor Jaguar XF en XF Sportbrake
Aan de binnenzijde is de aanpassing het meest ingrijpend. Daar zit een nieuwe boordplank met aangepaste verluchtingsroosters, krijgt de bestuurder voor z’n neus een opgewaardeerd elektronisch instrumentarium en - vooral - wordt de middenconsole nu gedomineerd door een nieuw infotainmentsysteem. Het scherm, dat voortaan voor de boordplank lijkt te zweven, is 11,4” groot. Dat is zo goed als de helft groter dan het vorige scherm. Bovendien beweren de Britten dat de menu’s nu helderder in mekaar zitten. Voor 90% van alle frequent gebruikte functies moet je nu maar twee keer met je vingers aan het display zitten.