Voor autokopers is het ongetwijfeld een gekend fenomeen: de specifieke geur van een nieuwe auto. Die is het resultaat van een aantal vluchtige producten die worden gebruikt in de productie. Vooral uit kunststoffen, lijm en textiel. Na verloop van tijd verdwijnt de geur.
Geur afkomstig van schadelijke stoffen
Volgens de United Nations Economic Commission for Europe zijn ten minste acht van die stoffen niet zo onschadelijk. Het gaat om acetaldehyde, acroleïn, benzeen, ethylbenzeen, formaldehyde, styreen, tolueen en xyleen. Het zijn stoffen die ook voorkomen in sigarettenrook en waarvan er enkele op de lijst met kankerverwekkende producten staan. Het gaat weliswaar om lage concentraties, waardoor allergische reacties meer voor de hand liggen. Je zou er duizelig van kunnen worden, moeten niezen of vermoeid kunnen worden.
Europa stelt strengere richtlijnen voor
Autoconstructeurs spendeerden de jongste decennia al heel wat aandacht aan de samenstelling en de materiaalkeuze van de interieurs, onder meer omdat er elders (hoofdzakelijk in Azië) reeds richtlijnen terzake zijn. Maar Europa is van mening dat dat niet ver genoeg gaat. Dat stelt nieuwe luchtkwaliteitsstandaarden voor auto-interieurs voor. Het gaat om richtlijnen die omgezet kunnen worden in landelijke wetgeving. De verschillende lidstaten kunnen met andere woorden zelf over de invoering beslissen.
Nieuwe auto-geur verdwijnt
In de praktijk betekent de richtlijn naar alle waarschijnlijkheid dat de nieuwe auto-geur straks verleden tijd is. Auto’s worden immers niet specifiek voor één land geassembleerd. Van zodra een enkel Europees land de regelgeving aanneemt moeten de verschillende merken daar in hun toekomstige producten rekening mee houden. Een nieuwe auto wordt er dan ook meteen een tikkeltje gezonder door.