Traton is de bij het grote publiek minder bekende vrachtwagendivisie van de Volkswagen-groep. Die bouwt vrachtwagens met het VW-logo (niet voor Europa), MAN en Scania. Hoewel de afdeling omwille van de wereldwijde COVID-19-pandemie een moeilijk jaar doormaakt, is het wel nog steeds op overnamejacht. De Duitsers hebben hun zinnen gezet op Navistar, een in Illinois gevestigde Amerikaanse fabrikant.
Wat wil VW met een fabrikant van Amerikaanse kolossen?
Volkswagen heeft via Traton al ruim 16% van de aandelen van Navistar in handen, maar dat is niet genoeg. De Duitsers deden in januari al een eerste bod voor een volledige overname van het bedrijf, maar dat werd afgewezen. Nu ligt er een gevoelig hoger bod op tafel. VW heeft al ruim 3 miljard veil voor de fabrikant van typisch Amerikaanse utilitaire voertuigen. In vergelijking met wat MAN en Scania op de markt brengen, zijn de producten van Navistar immers rudimentair, inefficiënt en vervuilend. Ze hebben echter wel eigenschappen die Amerikaanse klanten (waaronder de Amerikaanse defensie) ook naar waarde schatten: ze zijn robuust en betrouwbaar.
Synergievoordelen
Hoewel de afgewerkte producten schijnbaar mijlenver uit elkaar liggen, is Traton overtuigt van de synergievoordelen die gerealiseerd zouden kunnen worden. Navistar weigerde het verhoogde bod, dat toch gevoelig hoger is dan de actuele aandelenkoers, reeds af. VW bezint zich nu over een nieuw voorstel. Analisten gaan ervan uit dat het slechts een kwestie van tijd is, eer beide bedrijven een akkoord bereiken.