ACEA, de koepelorganisatie van autobedrijven met productievestigingen in Europa, heeft de jaarcijfers van 2019 klaar. Het grijpt die cijfers in de eerste plaats aan om aan te stippen hoe belangrijk de autosector wel is voor het economische welzijn van het Oude Continent. Tegelijk is ze van mening dat de verschillende Europese overheden meer moeten doen om drama’s in de sector te vermijden. ACEA roept op om de industrie politiek, economisch en praktisch te steunen. “Alleen zo kan ze de storm doorstaan”. Met de storm wordt verwezen naar de gevolgen van de COVID-19-uitbraak, maar ook naar de gedwongen transformatie die de sector moet ondergaan naar aanleiding van de invoering van de WLTP-emissiecyclus en de grote uitdagingen in het kader van de EU-uitstootdoelstellingen die vanaf dit jaar van kracht zijn.
- De omzet die gegenereerd wordt door de autosector vertegenwoordigt 7% van het totale BNP van de EU
- Het automotive ecosysteem stelt 14,6 miljoen Europeanen tewerk, dat is 6,7% van de totale tewerkstelling in de EU
- De autosector houdt 226 fabrieken in de regio draaiende. Daar werken 2,7 miljoen mensen. Dat is goed voor 8,5% van alle productiejobs in Europa
- In 2019 werden in Europa 18 miljoen wagens gebouwd. Dat is 20% van de globale autoproductie.
- 5,6 miljoen auto’s werden geëxporteerd buiten de EU, dat zorgde voor een handelsoverschot van liefst 74 miljard euro
- De auto-industrie investeert meer in onderzoek en ontwikkeling dan eender welke andere sector. Afgelopen jaar werd daar zo maar eventjes 60,9 miljard euro aan uitgegeven. Dat is 29% van het onderzoeksbudget voor de ganse regio.
- In Europa zijn momenteel 313 miljoen wagens op de weg. Die brengen de regio elk jaar zo maar eventjes 440,4 miljard aan belastingen op.
Meer kosten, minder winst dus...
Door de nieuwe uitstootdoelstellingen en de economische gevolgen van de coronacrisis, moet de sector besparen. Nog voor de COVID-19-uitbraak was al significant banenverlies aangekondigd. Inmiddels is het aangekondigde rechtstreekse banenverlies al goed voor zo’n 100.000 jobs. Algemeen wordt echter aangenomen dat elke job bij een autoconstructeurs ook twee jobs in de toeleveringsketen vertegenwoordigt. Dat betekent dat het Europese banenverlies in de sector het afgelopen jaar potentieel al oploopt tot 300.000 voltijdse betrekkingen. Omwille van de almaar grotere complexiteit en kosten om een model in Europa op de markt te brengen en het feit dat de EU de strengste uitstootnormen ter wereld hanteert (het verschil is zo groot dat auto’s gedeeltelijk specifiek voor Europa ontwikkeld moeten worden), keren zelfs almaar meer merken Europa de rug toe. Eerder haalde autogigant GM Chevrolet van de markt en verkocht het Opel aan PSA (Peugeot-Citroën). In recente tijden kondigden Nissan en Mitsubishi een inkrimping van de activiteiten aan. Dergelijk scenario ligt bij wel meer merken op de tafel.
Omdat de autosector een significant deel van de economische activiteit in de EU vertegenwoordigt, is niet onwaarschijnlijk dat een crisis in de autosector de economische gezondheid van heel Europa in het gedrang brengt.