Er zijn niet al te veel auto’s die je nog kan krijgen met een achtcilinder diesel onder de motorkap. De Range Rover wel. Dat was niet onlogisch, in z’n segment moet een auto immers vlotte prestaties kunnen neerzetten ondanks een hoog gewicht. Maar de V8 diesel sneuvelt er nu toch. Er komt een nieuwe zes-in-lijn in de plaats. Die is lichter, kleiner en krijgt een beetje elektrische ondersteuning.
De oude 4,4l V8 wordt bedankt voor bewezen diensten. In de plaats ervan komt een drieliter zes-in-lijn die Land Rover zelf ontwikkelde. Het is een lid van de Ingenium-motorenfamilie van het bedrijf. Technisch gezien is de zescilinder een uitbreiding van het tweeliterblok dat in nagenoeg alle modellen van Jaguar en Land-Rover wordt ingezet.
Nieuwe dieselmotor voor Range Rover
De zescilinder heeft aluminium architectuur. De eenheid weegt 80kg minder dan de uittredende achtcilinder en is volgens de constructeur tegelijk meer gerafineerd. Op het programma staan twee vermogensversies: 300pk en 650Nm of 350pk en 700Nm. Een 48V volt elektrisch systeem recupereert onder meer vertragingsenergie en geeft bij het accelereren een duwtje in de rug, al zegt Land Rover er niet bij wat dat precies voorstelt. De twee nieuwe diesels zijn meteen ook de enige centrales op zware brandstof die de Britten in de Range Rover aanbieden.
Zuiniger dan V8 diesel
De CO2-afgifte daalde met 13% ten aanzien van de achtcilinder, maar dat wil niet meteen zeggen dat de grote SUV ook écht zuinig is. Met meer dan 2,5 ton op de weegschaal, mag je geen mirakels verwachten. De CO2-uitstoot loopt tot 259g/km (WLTP TEH).
Vlot zijn de Range Rovers wel: de traagste van het stel gaat naar 100km/u in 7,8 seconden en haalt 209km/u. Toen de Range Rover in 2012 op de markt werd gebracht, kostte de instapper 91.200 euro. Inmiddels kan je in ons land al geen Range Rover meer kopen voor minder dan 110.000 euro.