Tijdens de afgelopen coronacrisis bleven heel wat auto’s plots aan de kant staan. Er zijn mensen die inmiddels al maanden niet meer getankt hebben. En dan komt al snel de vraag: bewaart benzine of diesel wel voldoende lang?
Omdat er voldoende beknopte, onduidelijke, en ongefundeerde antwoorden te vinden zijn, gaan wij voor het lange antwoord. Niet alleen de brandstof zelf, maar ook de opslagmethode zijn immers doorslaggevende factoren.
Hoe wordt benzine of diesel slecht?
Er zijn drie voor de hand liggende manieren waarop brandstof slecht kan worden: verdamping, oxidatie door blootstelling aan zuurstof en interne destabilisatie. We spitten eerst verdamping en oxidatie uit.
Door verdamping wijzigt de samenstelling van benzine of diesel. De lichtere componenten van de cocktail (benzine of diesel bestaat uit oliederivaten, maar ook uit chemische en biologische toevoegingen) evaporeren sneller. Benzine is daarvoor gevoeliger dan diesel. Wat overblijft is een zwaardere mengeling, met een minder gunstig octaangehalte dat een ander lucht-brandstofmengsel vergt om goed te kunnen verbranden.
Bij oxidatie is het de interactie van componenten met zuurstof die voor wijzigingen in de chemische samenstelling zorgt met een gelijkaardig effect.
Die twee factoren kunnen ervoor zorgen dat brandstof effectief binnen enkele maanden slecht wordt. In de praktijk speelt dat echter alleen bij erg oude auto’s en machines met een bijzonder eenvoudige opslagmethode zoals een wat oudere grasmachine. Lucht moet quasi ongehinderd aan brandstof kunnen komen.
Wordt de brandstof in mijn auto snel slecht?
Een brandstofsysteem van een moderne auto is in essentie van de buitenlucht afgesloten. Dat is al jaren zo. Een luchtkamer vangt expansie op waardoor de verdamping minimaal is. Bij de jongste generaties auto’s is ze zelfs onbestaande. Hetzelfde geldt overigens ook voor een goedgekeurde brandstofcontainer (zoals een jerrycan). Verdamping is daarom in een auto van de laatste twee generaties (zoals bijna alle auto’s op Europese wegen) geen factor.
Zuurstof speelt om dezelfde reden geen rol. Natuurlijk zit er lucht in een tank die niet volledig gevuld is. Ongeveer een vijfde daarvan is het zuurstof dat het oxidatieproces instigeert. Dat betekent - hypothetisch - dat in een benzinetank van 70l waarin amper 10l brandstof rest er 60l lucht of zo’n 12 liter zuurstof aanwezig is. Die zal reageren met de brandstof.
We gaan daar even dieper op in om te illustreren waarom je van die zuurstof niet wakker hoeft te liggen. 10 liter benzine weegt ongeveer 7,5kg. Die 7,5kg brandstof heeft zo’n 300kg lucht nodig om in de motor (bij het verbrandingsproces) te oxideren. We gaan dan uit van een gemiddelde verdichtingsverhouding (een brandstof/luchtmengsel) van 13:1. Lucht weegt ongeveer 1,2kg per 1.000l. Je hebt dus de ongelooflijke hoeveelheid van 80.000l lucht nodig om de 10l brandstof in je tank slecht te laten worden. Het effect van die 60l in de tank is dus marginaal. Preciezer: je zal ongeveer één drieduizendste van de tankinhoud oxideren. Dat ligt zelfs ver onder de productietoleranties voor brandstof. Met andere woorden: het effect zal onbestaande zijn. In de verhouding benzine vervangen door diesel, dat anders is samengesteld, levert lichtjes andere cijfers op, maar het resultaat blijft hetzelfde.
Waarom wordt brandstof dan wel slecht?
Op langere termijn speelt nog een derde element: de interne destabilisatie van de brandstof. Verschillende componenten die in de brandstof zitten reageren ook met elkaar. Dat zal er uiteindelijk voor zorgen dat brandstof degradeert zonder verdamping of oxidatie. Moderne brandstof is daar vatbaarder voor dan brandstoffen uit het verleden. Toch is ook daar erg veel tolerantie. Brandstoffabrikant BP geeft daar richtlijnen over: in een afgesloten container en een bewaartemperatuur van 30 graden blijft brandstof 3 maanden goed. Bij een bewaartemperatuur van 20 graden is dat meteen 6 maanden. Ook daarna blijft de brandstof nog een hele tijd binnen specificaties waar een automotor mee overweg kan.
In vochtige omstandigheden werpt condenswater in de tank zich op als grootste gevaar. Ethanol, dat deel uitmaakt van de moderne biobrandstoffen, trekt dat immers aan. Gebeurt dat in voldoende mate, dan kunnen in de tank lichtere en zwaardere waterhoudende lagen ontstaan. Worden die in een motor gezogen, dan kunnen die een ernstig gevaar vormen voor de gezondheid daarvan. Maar omdat moderne auto’s gesloten tanks hebben, gaat het ook hier om een situatie die slechts in uitzonderlijke gevallen (bijvoorbeeld in een erg vochtige omgeving) voorvalt.
De brandstof in je tank is heus niet meteen 'slecht', maar let hier toch mee op
In de praktijk komt het er op neer dat brandstof in een auto een houdbaarheid heeft van minimaal 6 maanden. In de meeste gevallen wordt dat zelfs probleemloos enkele jaren. Ruim voldoende om de laatste lockdownmaatregelen te overbruggen dus.
Zit je onverhoopt toch met slechte brandstof, dan volstaat het vaak om er eenvoudigweg wat (ongeveer een derde volgens de richtlijnen van brandstoffabrikanten) goede brandstof aan toe te voegen. Dat herstelt de eigenschappen veelal voldoende. Is er teveel verdampt, dan blijft er in de tank een vet residu achter dat je liever niet het injectiesysteem schade ziet toebrengen. Dan is een grondige reiniging aangewezen. Diesel laat meer smurrie achter dan benzine.