We rijden met z’n allen alsmaar trager. Begin 2017 haalde toenmalig Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) de maximumsnelheid buiten de bebouwde kom omlaag naar 70km/u, gewestwegen incluis. Tegelijk voeren de Vlaamse gemeenten een politiek van almaar uitdijende bebouwde kommen en ‘zones’ met beperkingen van 50 en 30 km/u. Het land staat vol flitspalen en ligt vol verkeersremmers. En het was dan ook nog een uitgesproken zachte winter.
Steeds meer nieuwe veiligheidssystemen op auto’s
Op technisch vlak implementeert Europa een politiek die autoconstructeurs verplicht om nieuwe modellen propvol veiligheidssnufjes te steken. Het gaat al lang niet meer alleen om airbags en stabiliteitscontrole. Jonge auto’s beschikken veelal over een rijstrookassistent, dodehoekwaarschuwing en speuren met camera’s en sensoren naar voetgangers en fietsers. Merkt de bestuurder die niet op, dan remt de auto zelf. Snufjes die de prijs van een nieuwe auto opdrijven. Maar rendeert dat nog?
Door technische verbeteringen daalt het aantal verkeersslachtoffers niet alleen per gereden kilometer, maar ook globaal (dus ondanks een toename van het aantal gereden kilometers) al een halve eeuw gestaag. Maar in België is de trend de jongste tijd gestuit. Uit cijfers van statistiekbureau Statbel blijkt dat er in 2019 in ons land maar liefst 7 procent méér verkeersslachtoffers te betreuren vielen dan in 2018.
Meer verkeersdoden in 2019
In België werden vorig jaar 37.699 verkeersongevallen geregistreerd. Daarbij vielen 47.793 slachtoffers. Het overgrote deel, 43.547 waren lichtgewonden. Daarnaast waren er echter ook 3.600 zwaargewonden - zo’n 10 per dag dus - en 646 overlijdens (ter plaatse + binnen 30 dagen na het ongeval).
Niet alle cijfers zijn negatief ten aanzien van 2018. Zo daalde het aantal ongevallen met 2% en vielen er ook 3,5% minder lichtgewonden en 1% minder zwaargewonden. Eigenaardig is echter dat het totale aantal doden steeg met maar liefst 7 procent. Die overlijden overigens steeds vaker ter plaatse (+10,5%) in plaats van in het ziekenhuis.
Minder verkeersongevallen, meer verkeersslachtoffers in Vlaanderen
Tussen de gewesten zijn er nog gevoelige verschillen. Zo daalde het aantal ongevallen in Vlaanderen en Wallonië, maar steeg het in Brussel. Precies hetzelfde geldt voor het aantal gewonden, waar alleen Brussel een stijging liet opmeten. Tegelijk is Brussel wel de enige regio waar in 2019 minder doden te betreuren waren dan in 2019. Op dat vlak deed Wallonië het overigens het slechtst. Daar vielen 311 doden, terwijl dat er een jaar eerder nog maar 273 waren (+13,9%). In Vlaanderen is de stijging minder uitgesproken. Daar ging het aantal slachtoffers van 310 naar 315.
En de zwakke weggebruiker?
De zwakke weggebruiker blijft een teer punt in de statistieken. Toch blijkt uit analyses van de ziekenhuisopnames door de Vrije Universiteit Brussel, UGent, de Universiteit Utrecht en de Nederlandse Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid, dat de auto niet de grootste vijand is van de fietser. De Standaard kon het onderzoek inkijken en publiceert de resultaten: in vier van de vijf ernstige ongelukken met fietsers is geen ander voertuig betrokken. Het onderzoek wijst de infrastructuur aan als grote boosdoener. Het gaat dan zowel om de inrichting (een wildgroei aan paaltjes bijvoorbeeld) als de staat en het onderhoud.
Infrastructuur, een vergeten factor?
Ook in enkele onafhankelijke onderzoeken naar de oorzaken van auto-ongevallen, komt de inrichting en de staat van de infrastructuur vaak terug. Overheden lijken echter minder geneigd die conclusies ter harte te nemen.