Renault voert op dit ogenblik enkele veldslagen waar z’n bestaan van afhangt. Dat zijn niet onze woorden, maar die van de Franse minister van Financiën Bruno Le Maire. Die zei vorig week al dat het Franse merk, zonder drastische ingrepen, “van de markt zou kunnen verdwijnen”.
Grote uitdagingen
De Franse autobouwer zit in de tang. Genepen tussen de heikele nieuwe Europese uitstootdoelstellingen, waarvan almaar duidelijker wordt dat die desastreuze economische gevolgen kunnen hebben, spanningen binnen de alliantie met Nissan en Mitsubishi en de financiële gevolgen van de coronacrisis. Maar er wordt tegelijk naarstig gezocht naar een uitweg.
Er wordt getimmerd aan een grondige herstructurering. Die zou de sluiting van tot wel vier fabrieken en het afdanken van zo’n 10% van het totale personeelsbestand van het merk kunnen inhouden. Voor de koper betekent dat misschien wel het einde van de Renault Scénic, de Talisman en de Espace. Liefhebbers moeten dan weer vrezen voor het voortbestaan van de Alpine A110. Dat sportwagenmerk liet Renault amper 3 jaar geleden herrijzen. Al deze details - denkpistes van de directie - lekten uit, maar concrete beslissingen en communicatie erover volgt de komende tijd.
Frankrijk pompt miljarden in autoindustrie
Voor de financiële kater die het bedrijf overhoudt aan de coronacrisis, staat in elk geval een medicijn klaar. De Franse overheid, zelf ook voor 15% aandeelhouder in Renault, kondigde een steunpakket aan met 8,8 miljard euro aan maatregelen. Daarbij zit onder meer een stimulans (subsidie) voor Fransen die een stekkerhybride of elektrische auto willen kopen. Er wordt dus gekozen voor de vlucht vooruit. Elektrische auto’s zijn voor nog voor het overgrote deel verlieslatend, maar veel keuze had de Franse staat niet. Aan de uitstootdoelstellingen wordt voorlopig niet gesleuteld - ondanks de economische prijs ervan - en dat is een Europese materie…
Nieuwe verhoudingen binnen Renault-Nissan-Mitsubishi-alliantie
Waar stilaan meer duidelijkheid over bestaat, is over de nieuwe verhoudingen binnen de alliantie met Nissan en Mitsubishi. Daarin schepte de groep meer klaarheid. Zo zal elk merk in bepaalde niches een voortrekkersrol mogen spelen en moet de interne concurrentie beteugeld worden. Renault zal Europa, Rusland en Latijns Amerika mogen bespelen. Nissan doet Japan en de VS. Mitsubishi staat sterk in grote delen van Zuid-Oost Azië…
Nissan gebruikt in Europa voortaan backoffice van Renault
Dat betekent niet dat de andere merken meteen van de markt verdwijnen. Louter dat ze hun focus verschuiven. Dat zal wel concrete gevolgen hebben. Het gamma zou kunnen uitdunnen. Van Nissan, bijvoorbeeld, lijkt vrijwel uitgesloten dat de opvolger van de 370Z of de GT-R nog een Europese carrière tegemoet zien. Nicheproducten die door weinigen gemist zullen worden. Op termijn wordt zelfs gesproken over het 'fors uitdunnen' van het gamma. Economische gevolgen zijn er ook. Van Nissan raakte al bekend dat het zo’n 20.000 man op straat wil zetten. En de meeste jobs zullen op ons Oude Continent sneuvelen. Nissan zal in Europa zo veel mogelijk gebruik maken van de infrastructuur van Renault. Logistiek, facturatie, administratie, marketing en klantendienst gaan op termijn op in de structuur van het Franse merk.
Elk merk z'n specialisatie
Elk van de merken krijgt ook de leiding over een bepaald segment en technologie. Zo zal Renault z’n expertise in de bouw van compacte auto’s, zoals de Captur, ontplooien. Nissan mag C-segmenters ontwikkelen en Mitsubishi doet auto’s voor het wat grotere D-segment. Op technologisch vlak wordt het dan weer zo dat Mitsubishi z’n voortrekkersrol mag spelen op vlak van plug-in hybridetechnologie (van de Mitsubishi Outlander PHEV).