Alpina bouwt al sportieve dieselmodellen sinds het in 2000 de D10 Biturbo (gebaseerd op de BMW E39 BMW 5-Serie) introduceerde. Het begin van een verhaal dat ook naar deze autobahnracer op basis van de jongste 3-Reeks leidt.
Klein beetje meer vermogen
Traditioneel is het zo dat Alpina vooral op de ingebouwde veiligheidsmarge van de motoren werkt, zoals wel meer tuners doen, om daar extra vermogen en trekkracht te vinden. Daar viel in het verleden nog fiks winst uit te puren, vaak zonder al te veel gevolgen voor duurzaamheid of betrouwbaarheid. Tegenwoordig lijkt het er echter op dat merken die marges zelf benutten. De drieliter zes-in-lijn van de 340d vormt immers de basis voor deze nieuwe Alpina D3 S. Die is zelf al meteen goed 340pk en 700Nm. De veredelaar uit Buchloe doet er nauwelijks wat bij en biedt 350pk en 730Nm. Het kan die motor nochtans verder opkittelen, want die zit ook in de D5 S (op basis van de 5-Reeks), waar hij 388pk en 800Nm opwekt. Maar dan zou deze 3 sneller worden dan de duurdere 5 en geen marketingjongen die dat over z’n hart krijgt…
Hij is toch sneller?
Behalve een specifieke afstelling (ophanging) en aankleding (binnen en buiten), is het grootste verschil met de fabrieks-BMW de topsnelheid. De Alpina laten zich niet tegenhouden door een begrenzer bij 250km/u. De vierdeurs stoomt daarom naar 273km/u, terwijl de break het 3km/u eerder voor bekeken houdt.
De honderdsprint doen beide koetswerkvarianten in respectievelijk 4,6 en 4,8 tellen. Precies hetzelfde als wanneer BMW hem als 340d leverde en dat is toch een beetje sneu…
