De Amerikaanse overheid besluit tot een gevoelige versoepeling van de emissie- en verbruiksdoelstellingen voor nieuwe personenwagens. De beslissing viel na een lange en verhitte discussie.
Realistische verbruiksdaling
Nieuwe auto’s zullen tussen nu en 2026 elk jaar 1,5 procent zuiniger moeten worden. In 2026 moet een personenwagen er nu met één gallon (3,78l) 40,4 mijl ver geraken. Dat komt neer op een verbruiksgemiddelde van 7l/100km. Dat cijfer is een aanzienlijke versoepeling. Oorspronkelijk wilde de overheid over dezelfde periode elk jaar een verbruiksdaling van 5 procent opleggen.
Een nieuwe auto wordt er fors goedkoper dan in Europa
De Trump-regering schermt vooral met economische argumenten. Het zegt dat een nieuwe auto door de versoepeling gemiddeld 1.000 dollar minder duur zal worden. En het becijferde dat de inspanningen de economie zo maar eventjes 100 miljard dollar (!!) aan regularisatiekosten zou besparen. In één adem besliste de federale regering ook een einde te maken aan het individualistische beleid van sommige staten, zoals Californië, die eigenhandig strengere normen oplegden. Dat mag nu ook niet meer.
De Amerikaanse overheid is van mening dat de feitelijke uitstoot door de maatregel net sneller zal dalen omdat de consument makkelijker kan omschakelen naar een nieuwe auto die minder vervuilt. Dezelfde redenering volgt ze ook op het vlak van veiligheid. Voorstanders hebben becijferd dat er 3.300 minder dodelijke ongevallen en bijna 400.000 minder gewonden zullen vallen in het verkeer door ervoor te zorgen dat de Amerikaan zich sneller een veiliger auto kan permitteren. Onnodig te stellen dat deze bewering fel aangevochten worden.
Europa steeds meer geïsoleerd
Het Amerikaanse versoepeling zorgt ervoor dat de kloof tussen de VS en Europa veel groter wordt. Ze was al aanzienlijk. Europa stelt voor dit jaar immers een uitstootdoelstelling van gemiddeld 95g voorop. Dat komt neer op een gemiddeld verbruik van amper 4,1l/100km voor een benzinewagen of 3,6l/100km voor een diesel.
De Amerikaanse beslissing riskeert ook gevolgen te hebben voor de Europese consument. Elektrificatie is immers een must voor het behalen van de Europese uitstootdoelstellingen. In 2020 zou ongeveer 1 nieuwe auto op 3 op één of andere manier geëlektrificeerd moeten zijn. En Europa wil nog meer. Tegen 2025 moet de uitstoot zakken naar 80g/km, of één geëlektrificeerde auto op twee. In de VS zijn de doelstellingen dan nog steeds haalbaar zonder drastische elektrificatie.
Minder keuze en duurdere auto’s
Van de grote markten, blijven alleen nog Europa en China inzetten op een drastische verbruiksdaling op lange termijn. Dat zal ongetwijfeld zorgen voor verschuivingen in de ontwikkelingsprogramma’s en de prioriteiten van de autoconstructeurs. Wie fors in elektrificatie investeerde is nu al de pineut. Bovendien wordt voor heel wat merken de kost van hun activiteiten op de EU-markt almaar hoger. De investeringen moeten immers door minder klanten gedragen worden. Een handvol merken, dat in Europa geen significant marktaandeel heeft, denkt nu al na over een stopzetting van de activiteiten op het Oude Continent. De Amerikaanse koerswijziging maakt die beslissing nu nog meer voor de hand liggend. Maar de Europese consument riskeert niet alleen minder keuze te krijgen - hij krijgt er wellicht ook de rekening voor gepresenteerd.
Door de strengere uitstootdoelstellingen die Europa oplegt, riskeert een nieuwe auto binnen afzienbare tijd zo’n 10.000 euro duurder te worden. De eerste gevolgen zijn nu al duidelijk merkbaar in de catalogi. Precieze berekeningen zijn er nog niet, maar de prijsstijging lijkt nu nog groter te zullen worden.