Begin dit jaar had Aston Martin het al moeilijk. Het bedrijf moest de DBX in productie nemen. De crossover waar, net als bij luxemerken als Bentley, Lamborghini en Rolls-Royce, het overleven van afhangt. Eigenlijk is het alleen Ferrari dat nog even weerwerk biedt aan de hoogpoter. Dat buigt straks, want de Italianen zijn er ook eentje aan het ontwikkelen.
Aston Martin in de problemen
Bij Aston ging dat wat moeilijker. Er staat geen grote groep achter die even een miljardje kan missen. En het realiseert ook niet de winstcijfers van een Ferrari. In januari moest het bedrijf eigenlijk gered worden. De superheld van dienst was de Canadese miljardair Lawrence Stroll. Die nam een belang van 16,7 procent, waarvoor hij 182 miljoen pond veil had. Hij en z’n investeringspartners schreven vervolgens 318 miljoen over op de rekening van het bedrijf.
Beurskoers Aston Martin ging onderuit
Begin dit jaar stond de beurskoers van Aston Martin nog op 4 pond per aandeel. Maar Brexit- en corona deden die nog eens voor de helft wegsmelten. Dat had Stroll ook in de gaten, en die kocht prompt wat aandelen bij. Hij bezit nu al een kwart van het merk. Als dat zo doorgaat, is hij er de baas.
Bezigheidstherapie voor miljardairs
De gefortuneerde Canadees heeft wat met auto’s. Hij heeft zelf een uitgebreide collectie klassieke Ferrari’s. Omdat zoon Lance graag racet, richtte hij het Racing Point Formule 1-team op (vanaf volgend jaar Aston Martin F1) en nu moeit hij zich ook met Aston Martin.