Er wordt wel eens vaak lacherig gedaan over het leverprogramma van de Porsche 911 (zie test hier). De Duitsers zijn immers de absolute kampioen in het verzinnen van modelvarianten. Een Carrera, Carrera S, Carrera 4, GTS, GT3, GT3 RS, GT3 RS… we kunnen nog wel even doorgaan. Neem nu deze nieuwe Turbo. Die gaat al een beetje voorbij aan het feit dat elk exemplaar tegenwoordig die technologie onder de kap heeft, maar goed. En we willen ook nog even door de vingers zien dat je een coupé en een cabrio kan kiezen. Maar wat Porsche hier eigenlijk voorstelt: is de Turbo S. Dat is de Turbo met een beetje meer. De gewone Turbo (ook weer in twee koetswerkvormen), die gaat het merk binnenkort elders voorstellen.
Porsche 911 Turbo S
Dat beetje meer is trouwens een eufemisme. Het verschil tussen de Turbo (die later zal voorgesteld worden) en Turbo S zal dan wel beperkt blijven (we gokken op één tiende van een seconde voor de geijkte sprint). Maar je krijgt wel véél. 650pk, alsjeblief. Flink wat meer dan de 580pk en 700Nm die nog door de vorige editie werd opgewekt. Een achttrapsautomaat, vierwielaandrijving en een launch control zorgen dat je die optimaal kan benutten. Dan weet de tweezitter (ja, er is een achterbank, maar daar wil je echt niet zitten) naar 100 te knallen in amper 2,7 seconden. Naar 200 vanuit stilstand gaat in 8,9 seconden - nog eens een seconde flukser dan z’n voorganger. Rij je in België dan mag je nergens meer dan 3 seconden aan een stuk volgas geven. Om over na te denken.
Breder koetswerk voor 911 Turbo S
Vroeger had de 911 met vierwielaandrijving een bredere koets. Maar sinds de jongste generatie - de 992 - past Porsche alles in hetzelfde maatpak. Besparingen, zowaar. Op een auto die standaard 100.000 euro kost. Deze Turbo wordt nog eens dubbel zo duur, maar ditmaal kon er wel een ander koetswerk vanaf. Vooraan is hij 4,5cm breder, achteraan is dat 2cm. Porsche kleeft er ook specifieke bumpers tegen en monteert een indrukwekkende, uitschuifbare ducktail-spoiler.