Studie: elektrische auto wordt duurder in plaats van goedkoper

Vergroot foto
Door: BV 18-02-2020

De elektrische auto is de toekomst, zo wordt gezegd. De verkoop ervan stijgt gestaag en zoals we hier bij auto55.be reeds herhaaldelijk aanhaalden, zit vooral Europa nu met de roede achter automerken aan om meer EV’s te verkopen.

Spectaculaire stijgingspercentages, maar daarom nog geen groot marktaandeel

Tussen 2011 en 2018 vervijfvoudigde de jaarlijkse verkoop van elektrische auto’s. Van 1,13 miljoen naar 5,11 miljoen stuks. En in 2019 waren het er nog eens 20% meer, ondanks een daling in bijvoorbeeld Amerika. Cijfers die spectaculair ogen, maar dat eigenlijk niet zijn. De elektrische auto knaagt gestaag aan de populariteit van benzine en diesel, maar echt doorbreken doet hij nog niet. Van januari tot oktober van vorig jaar (de recentste cijfers die we ter beschikking hebben) bedroeg het marktaandeel van EV’s 7,2%, tegenover 89% voor auto’s met een verbrandingsmotor. Automerken mogen dan wel hun vertrouwen in de toekomst van de elektrische auto van de daken schreeuwen, de verkoop blijft achter. Bij geen enkel van de 18 grootste automerken bedroeg het volume aan elektrische auto’s vorig jaar meer dan 10%. In Vlaanderen haalde de elektrische auto zelfs maar een aandeel van 2%.

Meer rijbereik, maar helaas ook duurder

De elektrische auto onderging het jongste decennium nochtans een onmiskenbare evolutie. Vooral het rijbereik nam toe. Maar, zo blijkt uit cijfers van het toonaangevende analysebureau Jato Dynamics, de reeds lang beloofde prijsdaling blijft uit.

Hoewel hij technisch veel eenvoudiger is dan een auto met verbrandingsmotor, blijft z’n prijs veel hoger. Ontwikkelings- en grondstofkosten (voor de accu) zijn de grootste boosdoener. Een elektrische auto kost makkelijk 10.000 euro meer dan een vergelijkbaar conventioneel aangedreven exemplaar. En, zo becijferde Jato, het prijsverschil werd de jongste tien jaar groter in plaats van kleiner.

Een elektrische auto kost gemiddeld 15.000 euro meer

Op de Europese markt heeft het gros van de nieuw verkochte auto’s met verbrandingsmotor een prijskaartje tussen 10.000 en 40.000 euro. Voor een EV wordt dat al meteen 30.000 tot 60.000 euro. Of nog preciezer: de gemiddelde prijs voor een nieuwe benzine of diesel in Europa bedroeg vorig jaar 31.059 euro. Een elektrische auto kostte gemiddeld 45.835 euro. Een verschil van ei zo na 15.000 euro.

Prijskloof werd alleen maar groter

Verontrustender dan het naakte prijsverschil is echter de evolutie van die prijskloof. Zowel de autosector als de politiek belooft al jaren dat de elektrische auto op termijn goedkoper wordt. Maar de cijfers spreken dat tegen. De jongste tien jaar werd de prijskloof in Europa alleen maar groter. Jato becijferde dat een elektrische auto in Europa tussen 2011 en 2019 liefst 42% duurder werd. Een recente golf van kleinere elektrische auto’s zoals de Peugeot e-208 en de Opel Corsa e zou de gemiddelde transactieprijs van EV’s omlaag kunnen trekken, maar ook die modellen zijn nog steeds een pak duurder dan hun evenknie met verbrandingsmotor. En, zo zegt Jato tenslotte, ook kleine elektrische auto’s werden duurder, hetzij door prijsstijgingen bij de constructeur, hetzij door het wegvallen van overheidssteun voor een aankoop. In 2012 kon je in Frankrijk een Renault Zoe kopen voor 22.500 euro. In 2019 was dat al 26.580 euro. Kortom, de belofte van een betaalbare elektrische auto, wordt (voorlopig?) niet ingelost.

Geef commentaar
comments by Disqus