Vlaanderen toont zich voorlopig een koele minnaar van de elektrische of geëlektrificeerde (lees: stekkerhybride) auto. Afgelopen jaar bedroeg hun aandeel in de verkoop een procent of twee. De overheid hoopt dat er tegen het eind van dit jaar zo’n 60.000 auto’s met stekker rondrijden. Een doelstelling die in schril contrast staat met de Europese uitstootnorm die een CO2-gemiddelde van 95g/km oplegt. Willen de meeste automerken die halen dan moet ongeveer één nieuwe auto op drie geëlektrificeerd zijn. Dat zou betekenen dat er dit jaar alleen al zo’n 150.000 zouden moeten bijkomen in België.
Gemiddeld 0,6 laadbeurten per dag
De prijs, het rijbereik en een gebrek aan een degelijke laadinfrastructuur zijn grote hinderpalen. Vlaanderen plaatste in 2019 zelfs minder nieuwe laadpalen dan in 2018. 600 in plaats van 1.300. En, zo blijkt uit cijfers die minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) bekendmaakte, de laadpalen die er zijn worden nauwelijks gebruikt. Vlaanderen kent heeft inmiddels 3.655 publieke laadpunten en volgens de doelstellingen van de regering hadden dat er tegen eind 2020 5.000 moeten zijn. Maar die deadline is inmiddels al verschoven naar 2021. Een publieke laadpaal wordt gemiddeld 0,6 keer per dag gebruikt. En in sommige gemeenten zijn het aantal laadbeurten per maand op één hand te tellen.
Moeilijk om goede locaties te vinden
“Het wordt almaar lastiger om goede locaties te vinden”, klinkt het. Want Vlaanderen wil dat de laadpalen geplaatst worden, daar waar hun potentieel het grootst is. Volgens netbeheerder Fluvius, die belast is met de locatiekeuze, wordt die keuze almaar moeilijker.