Aston Martin is een buitenbeentje. Niet alleen omwille van de auto’s die het bouwt - toch niet voor ieders beurs. Terwijl nagenoeg alle andere vergelijkbare constructeurs zich inmiddels in de schoot nestelden van een grotere groep of alliantie, gaat Aston alleen door. Het is beste maatjes met Mercedes (dat onder meer motoren en transmissies levert), maar de Duitsers denken er voorlopig nog niet aan om het merk in te lijven.
Winst halveert
Investeren in nieuwe modellen is dan een penibele zaak, waar geld voor opgehaald moet worden. De DBX, Aston Martins eerste SUV, moet het merk vanaf dit jaar een boost geven. In 2019 liep het alvast minder goed dan verhoopt. De winst zal niet meer dan 140 miljoen pond bedragen. Bijna de helft van afgelopen jaar.
Volgens Aston Martin zijn er een aantal factoren die de winstdaling verklaren. Zo daalde de gemiddelde transactiewaarde van een nieuwe Aston Martin. Er worden niet alleen minder nieuwe exemplaren verkocht, er wordt ook korting op gegeven. En tegelijk ging ook de marketingkost omhoog. Bekijk het zo: het merk had afgelopen jaar de grootste moeite om z'n modellen verkocht te krijgen.
Aandeel dook omlaag
De gevolgen voor het aandeel van het Britse merk blijven niet uit. Een aandeel is nu nog ongeveer één vierde waard van wat het in oktober 2018 waard was.
Beterschap op komst?
Beterschap zou zich binnenkort moeten aandienen, wanneer Aston Martin z’n langverwachte SUV DBX in productie neemt. Voor die auto hebben de Britten 1.800 orders op het schab liggen en verwachten ze een jaarlijkse afzet tussen 4.000 en 5.000 stuks. Helaas heeft de sportwagenbouwer niet zelf de middelen om de marktintroductie te financieren. Het moest daardoor al enkele keren op zoek naar geld. Ook nu weer. Het bedrijf leent zo’n 100 miljoen tegen een astronomische intrestvoet van 15 procent. Het is niet overdreven dat de toekomst van het merk afhangt van het succes van de DBX.