De eerste auto’s waren eigenlijk louter functioneel. Een machine, niets meer. Maar lang duurde dat niet. Al snel werden auto’s zo mooi mogelijk voorgesteld en aangekleed. En het duurde evenmin lang eer de pioniers zaken als positionering en imago in de gaten kregen.
De vorm van een moderne auto wijzigde doorheen de jaren drastisch. Onder meer door een revolutie in de techniek. Best mogelijk dat we weer aan de vooravond van zo’n revolutie staan. Het heeft er in elk geval alle schijn van. Maar aan de drang om het voertuig zo goed mogelijk voor te stellen, is nog niets veranderd. Sterker nog - er was misschien nog nooit een groter verschil tussen stijl en technische noodzaak.
Stijl versus substantie?
Moderne brandstofmotoren, transmissies en remmen hebben almaar minder natuurlijke luchtstroom nodig voor hun koeling. Tegelijk vind de stijlafdeling van zowat elk automerk het nodig om de dynamische eigenschappen van een model in de verf te zetten. Met een grotere grille en luchthappers, bijvoorbeeld. Valse weliswaar, want anders helpen ze de aërodynamica naar de knoppen.
Het is moeilijk om een recente auto te vinden die z’n aanschouwer zo probeert op het verkeerde been te zetten dan de nieuwe Toyota Supra. Die BMW-in-een-Japanse-jas heeft sleuven en kieuwen overal. Maar wat doen die?
Niet minder dan 10 valse luchthappers
We beginnen vooraan. Daar zitten in de luchthappers aan weerszijden van de bumper twee grote zwarte vlakken waar geen zuchtje wind door kan. Je zou er wel de sensoren voor de adaptieve cruise-control in kunnen onderbrengen bijvoorbeeld. Onder de lichtunits zitten twee openingen die theoretisch zouden kunnen dienen om de luchtstroom in de voorste wielkasten te regelen. Of misschien zelfs om de remmen te koelen. Maar het zijn gewoon vastgeklipte zwarte plastic latjes. En je ziet van ver dat ze dicht zijn. Die sleuf aan weerszijden van de motorkap? In theorie kan die motorwarmte afvoeren, maar - je raadt het al - het is weer nep. En neen, we zijn er nog niet… er zijn er nog in de zijschort voor de achterwielen en onder de achterlichten. En dan is er nog de deur… daar wordt zelfs een extra paneel tegenaan gekleefd. Allemaal voor niets, want er kan geen kubieke centimeter lucht door. Al bij al heeft de Supra niet minder dan 10 valse luchtroosters.
Toyota’s schaamlapje
Tetsuya Tada, de hoofdingenieur bij Toyota voor de Supra, voelde de bui een beetje hangen en zei tegen Road & Track magazine dat die openingen met een minimum aan inspanning functioneel gemaakt kunnen worden. Alsof het niet hebben van voldoende kieuwen en sleuven, de geloofwaardigheid van de Supra in het gedrang zou brengen. Een liefhebber heeft immers wellicht niets tegen functionele elementen, maar zuivere showelementen stoten die misschien eerder tegen de borst. Leuk gezegd Tada, maar helaas is er geen jota van waar. Onder elk van die roosters zit gewoon plaatwerk.
We kunnen gelukkig wel eindigen op een positieve noot. De Supra heeft namelijk wél echte uitlaten. En ook dat is tegenwoordig vaak niets meer dan een sierelementje.