De centrale regering in Berlijn en de besturen van de verschillende Duitse deelstaten hebben akkoord bereikt om de prijs van brandstof in 2021 te verhogen. Die maatregel moet de CO2-uitstoot van het land helpen terugdringen. Het komende decennium wil Duitsland de uitstoot van broeikasgassen met 55 procent terugdringen.

Tanken wordt duurder

Diesel en benzine zal aan de pomp 7 tot 8 eurocent duurder worden. Dat is volgens de regering van Angela Merkel een prijsverhoging die neerkomt op 25 euro belasting per ton CO2 die wordt uitgestoten. Geen abnormale becijfering, want in de industrie wordt uitstoot voor een gelijkaardige prijs verhandeld.

Belastingverhoging

Het gaat echter alleen nog maar om de startprijs. Later, in 2022 en weer in 2025 zal de extra belasting opslaan. Eerst naar 30 euro per ton, vervolgens naar 50 euro per ton. Of omgerekend tussen 14 en 20 cent per liter. Of meer CO2-vriendelijke brandstoffen, zoals biodiesel van plantaardige origine, onder een uitzonderingsmaatregel vallen, is niet geweten.

Meer investeringen in hernieuwbare energie

Berlijn wil de centen die vrijkomen gebruiken om alternatieven te promoten. Zo wordt gesproken van goedkopere treintickets, maar ook van extra investeringen in hernieuwbare energie (de energiemix in Duitsland is zowat de vuilste onder West-Europese landen) en het promoten van energiebesparende maatregelen in woningen en industrie.